Er is veel meer draagvlak voor het nemen van drastische maatregelen om wat te doen tegen de klimaatverandering dan de politiek denkt. Dat stelt de Groningse omgevingspsycholoog prof. dr. Linda Steg in gesprek met journalist Bas Mesters, schrijver van het boek Het herstel van Nederland waar Steg ook in wordt geïnterviewd. Onderzoek laat volgens haar zien dat mensen goed doen voor anderen en voor het milieu belangrijke waarden vinden. Nog belangrijker zelfs dan  meer egoïstische waarden, zoals geld en status. En dat terwijl het huidige politieke beleid omtrent klimaatverandering op egoïstische en hedonische waarden is gestoeld.

Hoe kan dat? En hoe kan het dat er nog steeds milieuproblemen zijn als wij mensen het milieu zo belangrijk vinden? Welke heilige huisjes staan onze gedragsverandering in de weg? En hoe kunnen we daar verandering in brengen?

In de vijftiende aflevering van de debatserie De Nieuwe Werkelijkheid van De Tussenruimte, met tevens de boekpresentatie van Het herstel van Nederland. Twaalf oplossingen voor een land in crisis, vroeg Mesters Linda Steg naar haar probleemanalyse en oplossingen. Beluister hieronder het gesprek:

Omgevingspsycholoog Linda Steg + Boekpresentatie: Het Herstel van Nederland

Wat motiveert mensen om bij te dragen aan het verminderen van hun CO2-uitstoot en hoe kunnen we die verandering teweegbrengen? Het is een vraag waar niet alleen (gedrags)wetenschappers hun hoofd over buigen, maar waar ook de politiek steeds meer geïnteresseerd in raakt.

Want dat de politiek een belangrijke rol kan spelen in het faciliteren van de juiste gedragsverandering is zeker, zegt ook Steg. Maar daarvoor is het wel belangrijk dat het gevoerde beleid overeenkomt met dat wat mensen belangrijk vinden. En daar zit volgens Steg de bottleneck.
‘Het huidige beleid is vaak georiënteerd op individualistische waarden, zoals egoïsme (geld en status) en hedonisme (plezier hebben). Daaruit kun je concluderen dat de overheid denkt dat mensen dit belangrijk vinden.’ Toch blijkt uit onderzoek dat dit niet klopt.

Milieu veel belangrijker dan geld of status

Steg: ‘De European Social Survey heeft een heel groot Europees onderzoek uitgevoerd. Een steekproef waarin respondenten uit verschillende Europese landen gevraagd werd hoe belangrijk zij bepaalde waarden vinden als leidraad in hun leven. Het onderzoek laat zien dat heel veel mensen in sterke mate de biosferische (goed doen voor je omgeving/het milieu) en altruïstische (goed doen voor anderen) waarden belangrijk vinden en in veel mindere mate de egoïstische waarde. Maar als je vraagt wat ze denken dat anderen mensen vinden, is het plaatje precies andersom.’ Mensen onderschatten het altruïsme en de omgevingsgezindheid bij anderen. En dat is wat de politiek blijkbaar ook doet, vermoedt Steg.

Mesters: ‘Er is dus meer draagvlak voor drastische maatregelen tegen de klimaatverandering dan de overheid denkt?’ ‘Tot nu toe hebben we inderdaad anekdotisch bewijs hiervoor’, antwoordt Steg. Denk aan allerlei type beleid waarbij het draagvlak veel hoger blijkt te liggen dan aanvankelijke gedacht. Maar je ziet het ook aan de protesten die worden georganiseerd waarin burgers de politiek actief oproepen om meer te doen tegen klimaatverandering.’

Politiek bang om rigoureuze beslissingen te maken

‘Maar hoe kan het dan dat we nog steeds worstelen met milieuproblemen als we het klimaat zo belangrijk vinden,’ vraagt Mesters. Steg: ‘Dat komt, omdat we niet altijd handelen naar onze waarden. Zo kan iets goed doen voor het milieu negatieve consequenties hebben voor andere waarden die men ook belangrijk vindt.’

Mesters: ‘Zijn politici te bang om rigoureuze beslissingen te nemen?’ ‘Dat is wel mijn hypothese’, zegt Steg. ‘Ik denk dat ze bang zijn dat er te veel weerstand komt als ze te rigoureuze maatregelen treffen. En dat gebeurt ook als bepaalde maatregelen te veel kosten met zich meebrengen. Dus moet je als overheid ook kijken hoe je dat kunt compenseren. Uiteindelijk hebben we dat in de coronatijd ook gedaan met steunpakketten aan bijvoorbeeld de horeca.’

‘Wat moet de politiek nog meer doen om die gedragsverandering te faciliteren?’ vraagt Mester haar vervolgens. ‘Schetst een goed en realistische toekomstbeeld waarin heel duidelijk is waar we naartoe gaan en hoe we daar komen’, is het devies van Steg. ‘En leg daarbij helder uit wat je doet, waarom je die keuzes maakt en welke positieve gevolgen dat heeft’, vervolgt ze.

Aannames die gedragsverandering in de weg staan

Steg: ‘Wees je daarbij ook bewust van een aantal aannames die gedragsverandering in de weg zitten. Een voorbeeld is de assumptie dat informeren leidt tot gedragsverandering. Dat klopt niet. Informatietekort is niet de belangrijkste en zelden de enige barrière die gedragsverandering in de weg staat. Een andere aanname is dat mensen gevoelig zijn voor prijsprikkels/besparingen. In de praktijk zijn de besparingen van die prijsprikkels minimaal, dus je kunt veel beter benadrukken dat mensen iets goed doen voor het milieu. En benadruk dus het positieve. Mensen willen graag consistent zijn. Dus als je benadrukt wat ze al goed doen, is de motivatie voor verandering ook een stuk groter.’

Mesters: ‘Hoe kun je mensen ook het gevoel geven dat er een keuze is?’ Steg: ‘Daarin speelt de media een belangrijke rol. Er worden in de media 2 keuzes geschetst. Of we gaan iets doen en dat is heel vervelend en heel duur. Of we gaan niets doen en dan blijft alles hetzelfde. Maar dat klopt niet. Want niets doen, betekent een toename van de klimaatverandering, dat brengt meer ellende met zich mee en het zorgt er uiteindelijk voor dat alles op termijn een stuk duurder wordt. Geef mensen dus een realistisch beeld van de keuzes die er zijn.’

Laat goede voorbeelden zien

En dat is nog niet alles. Steg:’ Urgentie en handelingsperspectief zijn cruciaal voor gedragsverandering. De premisse moet zijn dat als we klimaatverandering willen tegengaan we nu moeten handelen. Geef mensen dan ook handelingsperspectief door te laten zien dat er dingen gaan gebeuren en al gebeuren. In plaats van de focus te leggen op negatief nieuws en veel aandacht te geven aan een kleine groep klimaatsceptici, zoals de journalistiek nu doet. Laat daarbij ook als overheid de goede voorbeelden zien. En ondersteun voorlopers hierin, zodat ze niet stuklopen op barrières als wetgeving.’

Uiteraard staan de media en politiek niet op zichzelf. ‘De transitie lukt alleen als iedereen iets doet’, besluit Steg dan haar verhaal. De consument moet andere keuzes maken, bedrijven moeten andere producten maken en de overheid moet beleid maken om die veranderingen te steunen en te faciliteren.’