Er zijn grote problemen met de jeugdzorg. De gehele keten – en dan vooral de jeugdbeschermingsketen – faalt en is vastgelopen. Er zijn lange wachtlijsten en er is een torenhoge werkdruk. Het gevolg: kinderen krijgen niet de hulp die ze nodig hebben. Soms komen ze er zelfs nog slechter uit dan dat ze erin zijn gegaan. De roep om hervormingen en professionalisering van de jeugdzorg is groot. En terecht. 

Toch zien we ook dat het wèl kan. EMMA heeft een serie verhalen geschreven over de jeugdzorg en initiatieven om de zorg voor jongeren te verbeteren. Deze laten zien hoe het ook anders kan. Hoe er in de jeugdzorg hard gewerkt wordt om te verbeteren en schrijnende gevallen te voorkomen. De rode draad hierbij is maatwerk, out-of-the-box-denken, uitgaan van wat wél kan en echt luisteren naar en samenwerken met ouders en jeugdigen. Hieronder een paar voorbeelden.  

Ervaringskennis en deskundigheid gebruiken 

Voor het  online magazine Zorg voor de Jeugd spraken we met Nely Sieffers, moeder van drie kinderen en voorzitter van Netwerk Beter Samen. Zij is landelijk coördinator participatie jongeren, ouders en ervaringsdeskundigen bij het Ondersteuningsteam Zorg voor de Jeugd. Deze platforms zetten ervaringsdeskundigheid in voor betere en samenhangende ondersteuning voor kinderen, jongeren en gezinnen die hulp of zorg nodig hebben. Sieffers wil dat ervaringskennis en –deskundigheid beter worden gebruikt. ‘We denken nu vaak alleen maar aan jeugdzorg, terwijl het dagelijkse leven van kinderen en ouders weer het uitgangspunt moet worden.’  

Het is volgens haar belangrijk dat de jeugdzorg meer gaat focussen op wat een kind wél kan. En dat er “out of the box” wordt gedacht. Dat is de meerwaarde van ervaringsdeskundigheid en luisteren naar het perspectief van gezinnen en ouders. Zij denken op een andere manier. Het samen oplossen en er samen verantwoordelijk voor zijn – dat zie ik wel als oplossing.’  Zo zat haar zoon vanwege zijn autisme thuis, hij liep vast in het speciaal onderwijs. Samen met een zorgcoördinator kozen ze voor een praktijkschool in de wijk.  

Out-of-the box-oplossing 

We spraken ook met de Coalitie naar Thuis, die wil voorkomen dat kinderen telkens worden overgeplaatst en ernaar streeft dat kinderen zo mogelijk thuis kunnen opgroeien. Dat betekent altijd maatwerk en een out-of-the-box-oplossing. De Coalitie denkt samen met de ouders, het kind zelf en de hulpverleners mee over een duurzaam perspectief voor kinderen, zodat zij niet weer worden overgeplaatst. Ze leggen ook het contact met gemeenten, die voor maatwerk kunnen zorgen.  

Zo is er een duurzaam perspectief voor een jongere gezocht die al meerdere keren gesloten is geplaatst. Deze jongere gaf aan graag bij vader te willen wonen, maar die wist niet altijd hoe te reageren als de jongere in onveilige situaties dreigde te komen. Kortom: ze wilden graag bij elkaar wonen, maar dat kon niet zonder hulp. Er is toen gekeken wat er nodig is om dat op een zo veilig mogelijke manier voor elkaar te krijgen. Deze jongere is gek op dieren. Dat is ook het enige moment dat deze jongere iets van zichzelf laat zien en over gevoelens wil praten.  

Coalitie naar Thuis heeft ervoor gezorgd dat deze jongere in de nabijheid van een coach voor dieren kon zorgen. Tegelijkertijd is ervoor gezorgd dat er 24 uurs-beschikbaarheid is van een vertrouwd persoon om de jongere en de vader te kunnen ondersteunen. Er waren wel wat hobbels te nemen: De inzet van de coach paste niet in een zorgprofiel, waardoor het lastig was om de financiering rond te krijgen. Dit gold ook voor de vertrouwenspersoon. Uiteindelijk bleek de oplossing een vrijwilligerscontract, waardoor ze geen belasting over de zeer kleine vergoeding voor dit werk hoeft te betalen. De jongere woont nu al ruim een jaar thuis zonder noemenswaardige incidenten.     

Leren van de praktijk 

Gieke Buur is ambassadeur van Oppakken en leren van complexe casuïstiek voor het Ondersteuningsteam Zorg voor de Jeugd (OZJ). De OZJ-ambassadeur vindt het vooral schrijnend dat jongeren afhaken bij hulp, omdat ze het gevoel hebben niet gezien en begrepen te worden. ‘Dat moet en kan anders. Ik weet zeker dat we jeugdhulp heel anders vormgeven als we meer vragen en luisteren naar ouders en kinderen en hun feedback toepassen. Natuurlijk zijn er ingewikkelde zorgvragen, maar we ervaren niet dat een ingewikkelde zorgvraag ook per definitie tot een vastgelopen zorgvraag leidt.’ 

Zo’n passende oplossing werd ook gevonden voor de nu 9-jarige Petri, die het Prader-Willi-syndroom heeft. Petri is verstandelijk behoorlijk beperkt, met een denkvermogen van een kind van 4 jaar. Op dit moment zit hij in een moeilijke fase, waardoor hij vooral in de ochtend redelijk onhandelbaar is. Dan wordt hij verbaal en lichamelijk opstandig en valt er weinig met hem te beginnen. Het gezin heeft al vanaf Petri’s geboorte hulp. Een tijd was de jeugdbescherming bij het gezin betrokken, omdat er zorgen waren over het gezin. Dat was een zware periode volgens de vader van Petri, die zelf langdurig moest revalideren na een hartstilstand. Hierdoor kreeg hij af en toe toevallen, ook tijdens het omgaan met Petri. Daarom had hij hulp nodig, maar de hulpverlening voor Petri en hem waren niet op elkaar af te stemmen.  

Het dreigde al met al door de verschillende voorzieningen van gemeente en ziekenhuis financieel een groot probleem te worden. Er werd door een misverstand met uithuisplaatsing van Petri gedreigd. Uiteindelijk is geprobeerd om in alle rust de situatie te laten de-escaleren en heeft het gezin een jaar onder toezicht van de jeugdbescherming gestaan. Dankzij bemiddeling van stichting MEE zijn ze hier goed uitgekomen, is de ondertoezichtstelling opgeheven en heeft het gezin nu weer hulp van Cordaan. Ook krijgen ze begeleiding via stichting Kind en Groei, die studie heeft gedaan naar kinderen met het Prader-WIlli-syndroom.  

Een structuur- én cultuurverandering is nodig 

We realiseren ons dat bovenstaande voorbeelden (nog) geen gemeengoed zijn in de jeugdhulp – en -zorg. Er is nog een lange weg te gaan. Een weg naar meer maatwerk, out-of-the box denken en vooral samenwerken met ouders en jeugdigen zelf. Kernelementen die we gelukkig ook terugzien in Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming. Dit toekomstscenario schetst op hoofdlijnen hoe de kind- en gezinsbescherming er over 5 tot 10 jaar uit zou kunnen zien. Hierin staat het samenwerken met gezinnen centraal om tot duurzame resultaten te komen.  

Het scenario pleit voor enkele structuurwijzigingen en een andere manier van werken. Deze zijn hard nodig. Maar we weten ook dat het vooral gaat om een cultuurverandering; een andere manier van denken over en kijken naar de problemen van ouders en jeugdigen. Dit is niet zomaar 1,2,3 gerealiseerd en vraagt om een lange adem. Maar het kan wel. Dat laten de voorbeelden in dit artikel zien. Ook nu al! 

 

Gemaakt door
Foto van Marguerite de Ruijter. Marguerite is een witte vrouw met halflang lichtblond haar en blauwe ogen. Ze lacht op de foto en draagt een crèmekleurige blouse met zwart panterprint.

Marguerite de Ruijter

gedegen projectleider - redacteur – romanschrijver
Gelijke kansen en Gelijkwaardigheid
Foto van Mary van den Wijngaart. Mary is een witte vrouw met halflang donkerblond haar en bruine ogen. Door de afsnijding van de foto is haar outfit niet zichtbaar.

Mary van den Wijngaart

gezondheidswetenschapper – praktijkgerichte onderzoeker
Zorg en Sociaal domein