Betere zorg begint bij betere samenwerking tussen het medisch- en sociaal domein
Hoofdafbeelding
Het is belangrijk dat mensen de juiste zorg krijgen. Nu gebeurt het nog te vaak dat mensen geholpen worden in het medisch domein, terwijl zij beter geholpen kunnen worden vanuit het sociaal domein. Daarom moet de samenwerking tussen het sociaal en medisch domein worden versterkt. In opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) verkende EMMA-onderzoeker Mary van den Wijngaart samen met Pieter Hilhorst, onderzoeker bij Ben Sajet Centrum en raadslid bij Raad voor Volksgezondheid en Samenleving, de belangrijkste knelpunten en oplossingsrichtingen voor het versterken van deze samenwerking.
Het medisch domein omvat onder meer de behandeling en zorgverlening door huisartsen, wijkverpleging, psychiaters en ziekenhuizen. Bij het sociaal domein gaat het onder meer om de hulpverlening en begeleiding door een maatschappelijk werker, het wijkteam, welzijnswerk, buurtcentrum en/of een schuldhulpverlener.
Teveel mensen bij de huisarts
“We zien dat er best veel mensen bij de huisarts terecht komen met allerlei klachten die niet alleen een medische oorzaak hebben”, vertelt Mary. “Denk bijvoorbeeld aan mensen die eenzaam zijn, die financiële problemen hebben, die hun leven niet op de rit hebben of die niet mee kunnen doen aan de samenleving. Deze mensen kunnen beter geholpen door een professional uit het sociaal domein. Alleen gebeurt dat nu nog te weinig.”
Twee gescheiden werelden
Om na te gaan op welke wijze het sociaal en medisch domein beter met elkaar kunnen samenwerken, zijn er verschillende expertsessies gehouden met vertegenwoordigers van bestaande samenwerkingsinitiatieven, professionals uit het sociaal en medisch domein, belangen- en koepelorganisaties, gemeenten, zorgverzekeraars, wetenschappers en VWS. De rode draad uit deze sessies is dat de domeinen twee gescheiden werelden zijn. “Als je gaat kijken waar de knelpunten zitten, dan is dat omdat het sociaal en medisch domein twee aparte kokers zijn”, vertelt Mary. “Ieder domein wordt op een totaal andere manier aangestuurd, ingekocht en gefinancierd. Ook kennen ze ieder een andere doelgroep, doelstelling, werkwijzen, methodieken en cultuur. Dat mengt niet, of in ieder geval onvoldoende.”
Naar een nieuwe uitvoeringspraktijk
Door die verkokering wordt het verkrijgen van structurele financiering voor samenwerkingsinitiatieven heel moeilijk. Mary: “Als partijen dan willen gaan samenwerken met elkaar is er bijna altijd sprake van tijdelijke financiering. Maar we moeten af van al die potjes en pilots. We moeten juist toe naar een nieuwe uitvoeringspraktijk waarbij de twee domeinen meer ‘vervloeien’ met elkaar. En waarbij echt sprake is van een domein-overstijgende hulpverlening.” Dit is hard nodig, met de toename van psychosociale problematiek, vergrijzing en leefstijlaandoeningen. “Er wordt nu nog te veel vanuit de kokers gezocht naar oplossingen. Dat moet echt anders.”
Een ‘grijs’ budget
Mary en collega-onderzoeker Pieter Hilhorst pleiten onder meer voor de introductie van een grijs budget waarin middelen vanuit het sociaal domein, van gemeenten en vanuit het medisch domein, van zorgverzekeraars, worden samengevoegd. “Zo’n grijs budget maakt het mogelijk om op basis van een gedeelde aansturing door beide domeinen te komen tot bindende afspraken over ‘sociaal-medische’ hulpverlening aan bepaalde doelgroepen”.
Populatiemanagement
Volgens Mary is het belangrijk om op basis van populatiemanagement te sturen op urgente vraagstukken vanuit een sociale benadering van gezondheid. En door gemeenten te verplichten actief te investeren in een duurzame en stevige sociale basisinfrastructuur. “Op deze wijze kunnen we echt werk maken van domein-overstijgende sociaal-medische hulpverlening. En ervoor zorgen dat mensen de juiste zorg krijgen.”