In de ideale wereld is er ruimte en aandacht voor iedereen. Toch is de realiteit vaak weerbarstiger. Daarom biedt Stichting de Boshalte een warme ontmoetingsplek voor uiteenlopende mensen uit de samenleving. Ondanks de nodige uitdagingen staat de Boshalte al bijna negen jaar als een huis. Redacteur Merel Rietveld sprak eigenaar en sociaal ondernemer Stefanie Caton: ‘Ik ben altijd trouw aan mijn eigen ideeën gebleven.’

Aan de rand van het Amsterdamse Bos ligt de Boshalte. Het lijkt op het eerste gezicht een ‘gewoon’ koffietentje, maar wie verder kijkt ziet een plek waar iedereen terecht kan. Je kunt er – naast koffie drinken – fietsen huren, er worden activiteiten voor de buurt georganiseerd en mensen worden er opgeleid. Het is een plek ‘om te verpozen’ voor buurtbewoners, sporters, wandelaars, dagjesmensen en vaste gasten. Ook is de Boshalte een leerwerkbedrijf voor mensen die het moeilijk vinden om op een reguliere manier aan werk te komen of aan het werk te blijven.

Over een andere boeg

Het hart van de Boshalte is eigenaresse Stefanie Caton. Als haar de vraag wordt gesteld waarom zij zich voor kwetsbare mensen in de samenleving inzet, antwoordt ze bescheiden: ‘Het is gewoon wie ik ben. Als ik iets op straat zie gebeuren, sta ik vooraan om mij over iemand te ontfermen. Dit doe ik in het klein en in het groot.’

Na ruim 28 jaar als therapeut in de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) en Jeugdzorg werkzaam te zijn geweest, was het voor Stefanie tijd om iets anders te gaan doen: ‘Het was niet meer mogelijk om mijn werk te doen zoals ik dat wilde. De kwantiteit van de zorg kwam boven de kwaliteit te staan. Hier ging de cliëntenzorg aan ten onder. Als idealist kon ik dat niet aan mezelf, mijn medewerkers of de cliënten verkopen.’

Cafe de Boshalte

Paul Rietveld 

Huiskamer van de stad

Toen Stefanie stopte met werken in de zorg, wilde ze wel nog zorg blijven dragen voor kwetsbare personen in de samenleving. In 2014 nam ze aan de rand van het Amsterdamse Bos een fietsverhuurbedrijf over en begon een koffietentje: de Boshalte. ‘Het is geleidelijk aan ontstaan, maar ik had in mijn bedrijfsplan aan het Amsterdamse Bos al wel geschreven “het is een mooie plek waar nu nog niets gebeurt, maar wat voor de buurt een thuis zou kunnen worden”.’

De huiskamer van de stad, noemt Stefanie de Boshalte ook wel: ‘Hier kunnen jong en oud, klein en groot, arm en rijk en alle kleuren en genders samen komen en activiteiten doen waar zij zich fijn bij voelen.’ Daarbij staat kwaliteit bovenaan, ook in de producten die worden verkocht. Het begon met vier tafeltjes op een terras, goede koffie en twee soorten taartjes. De rest is geschiedenis.

Al doende leert men

Hoewel het ‘huiskamer’-gevoel er aan de voorkant van de Boshalte vanaf spat, ploetert Stefanie op de achtergrond door om haar droom in leven te houden. ‘De gasten wisten de koffie al snel te vinden, maar de sociale kant van het bedrijf was lastiger te organiseren. Naast de fietsverhuur werd van alles georganiseerd; van muziek op het terras, tot creatieve workshops voor kinderen en senioren. Maar ik merkte dat alle verdiensten naar de activiteiten gingen. Totdat iemand mij adviseerde om een stichting op te richten, zodat ik subsidie en andere financiële bijdragen kon regelen.’

In 2018 werd Stichting de Boshalte in het leven geroepen. Er ging een nieuwe wereld voor Stefanie open, waarin Stichting DOEN haar de weg leidde. Toch blijft het een uitdaging om alle ballen hoog te houden: ‘Er zijn genoeg fondsen die de stichting helpen met het financieren van de activiteiten, maar dat is anders voor het leerwerkbedrijf-gedeelte’, aldus Stefanie.

Leerwerkbedrijf

De Boshalte neemt jaarlijks zo’n 30 kwetsbare mensen (ook wel deelnemers genoemd) onder hun vleugels om hen een plekje in de maatschappij (terug) te geven. Als voorbeeld noemt Stefanie iemand met een bipolaire aandoening, die behoorlijk manisch was. ‘Hij kwam hier als gast en raakte op het terras in gevecht met een vriendin. Toen heb ik een interventie tussen hen gedaan en (met toestemming) de behandelaar gebeld. De dagen erna kwam hij terug om mij te bedanken, en die dagen daarna weer. Het is inmiddels een jaar geleden dat hij bij de Boshalte kwam werken. Daarin is hij van manisch, naar depressief naar soms manisch gegaan. Hij is niet meer opgenomen geweest en weer thuis gaan wonen. Het is een duidelijk resultaat van iemand die uit de kliniek is kunnen blijven door hier iedere dag te komen. Door zijn eigen inzet, en dagelijks in gesprek te gaan over wat we kunnen doen.’

Het is het eerste jaar dat Stefanie financieel wordt ondersteund in het leerwerkproces. ‘Met een bijdrage van de Rabo Foundation en Stichting DOEN kan ik de begeleiding bieden die nodig is. Je krijgt dagelijks de vraag vanuit de gemeente, het UWV of een kennis of familie lid van een deelnemer: Goh, heb jij nog iemand nodig? Met alle liefde vang ik iedereen op, maar het kost ontzettend veel tijd én geld om iemand soms wel drie maanden lang bij de hand te nemen voor misschien maar één uurtje zelfstandig werk. Ook mijn team moet daarin worden begeleid. Dit wordt niet beloond, terwijl we de gemeente eigenlijk een dienst bewijzen. Hoewel ik de steun vanuit de gemeente Amsterdam wel altijd heb gevoeld.’ In Maastricht en Dordrecht is het wel al mogelijk om hiervoor een aanvraag bij de gemeente in te dienen.

Stefanie Caton loopt met een dienblad over het terras

Paul Rietveld 

Trouw aan jezelf

Als advies wil Stefanie andere sociaal ondernemers meegeven: blijf trouw aan jezelf. ‘Wat ik mooi vind, is dat ik altijd trouw ben gebleven aan mijn eigen ideeën. De reden waarom ik met de Boshalte ben begonnen, is omdat ik niet meer achter mijn werk in de GGZ stond. Maar nu ik mijn eigen bedrijf heb, kan ik zelf keuzes maken. Ook als het financieel lastig is en ik de touwtjes aan elkaar moet knopen, kan ik nog steeds zeggen: ik sta hier wel of niet achter.’ Daar hoort ook bij dat ze zichzelf liever minder uitbetaalt dan haar medewerkers. Maar dat is volgens Stefanie niet een reden om bescheiden te zijn in wat je waard bent. ‘Als je écht een sociaal ondernemer bent, raad ik je aan om niet bescheiden te zijn in wat je waard bent. Je hoeft niet af te dingen.’ Stefanie sluit af: ‘De afgelopen negen jaar heb ik het eigenlijk best wel goed gered, ik ben trots op wat ik voor elkaar heb gekregen.