Praat met elkaar! Dat was het thema van de Week tegen Kindermishandeling 2022 die vorige week plaatsvond. Niets is zo belangrijk voor de aanpak van kindermishandeling als dat. Want zonder het gesprek van zorgprofessional met ouders en kind, verandert er niets. Zorgexpert en -onderzoeker Mary van den Wijngaart legt uit hoe je zo’n gesprek als professional voert.

Dit jaar heeft EMMA bijgedragen aan de organisatie van de Week tegen Kindermishandeling. We hebben vele verhalen van professionals opgehaald. Uit al die verhalen komt heel sterk naar voren dat praten met elkaar essentieel is voor het aanpakken van kindermishandeling. En dat het niet per se heel moeilijk of eng is om te doen. Als je het maar op de juiste manier doet. In dit artikel lees je meer over hoe je als professional het gesprek aangaat over kindermishandeling.

Dat eerste gesprek

Hoe je het ook wendt of keert, er zal altijd een eerste gesprek moeten zijn over de vermoedens die je hebt als professional dat een kind wordt mishandeld of in een onveilige situatie zit. Dat eerste gesprek vinden veel professionals lastig. De drempel om dat gesprek aan te gaan is hoog voor velen. Maar dat gesprek moet wel gevoerd worden omdat er anders niets verandert voor het kind. Dat gesprek opent namelijk de deur naar hulp en is het begin om samen met ouders te gaan werken aan een veiligere situatie en het doorbreken van patronen.

Geef aan dat je je zorgen maakt

Hoe voer je dan dat gesprek met ouders en/of het kind?  Dat doe je door open het gesprek aan te gaan en aan te sluiten bij de leefwereld van de ouders of het kind. Dat is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan. Want wat bedoelen we daar dan mee?

  • zonder oordeel of kritiek te uiten;
  • geef je aan dat je je zorgen maakt, je praat vanuit een zorgperspectief;
  • en benoem je wat je ziet, je geeft feiten aan, geen aannames of oordelen.

Dus niet: “Wat is er aan de hand bij jullie thuis?” Maar wel: “Ik zie dat Anna grote kringen onder haar ogen heeft en zich terugtrekt. Daar maak ik me wel zorgen over. Ziet u dat ook? Herkent u dat?” Op deze wijze sla je een brug en geef je ouders de ruimte om hun zorgen te benoemen. En maak je duidelijk dat je hen ziet en hoort. Vanuit daar kun je samen gaan werken en ouders helpen om dingen te veranderen. Het doel is dat ouders zelf in beweging komen en voor een veiligere situatie voor het kind gaan zorgen.

Wees eerlijk

Ga geen valse verwachtingen scheppen die je niet kunt waarmaken. Dit is vooral van belang in het gesprek met het kind. Een kind wil vaak niet dat wat hij/zij vertelt wordt gedeeld met anderen. Maar als een kind in gevaar is of als er sprake is van misbruik, zul je toch de informatie die je hebt moeten delen om het kind te beschermen. Geef dus niet aan dat je er met niemand anders over zult praten, want dit is een belofte die je niet kunt nakomen. Daarnaast is het belangrijk dat je het vertrouwen van een kind niet schaadt, wees dus altijd eerlijk.

Wacht niet te lang

Wacht bovendien niet te lang met het aangaan van het gesprek. De drempel wordt alleen maar hoger, je oordeel misschien alleen maar sterker waardoor het lastiger wordt om het ‘open gesprek’ te voeren. Maar het belangrijkste is wel dat als je te lang wacht, het kind langer in een onveilige situatie zit. Hoe eerder dat gesprek wordt gevoerd, hoe beter het is en erger kan worden voorkomen.  

En praat ook met collega’s en ketenpartners over je vermoedens. Samen weet je meer en voel je je meer zeker over jouw onderbuikgevoel en wat je waarneemt.

Het gesprek is geen doel op zich, het contact wel

Een ander punt dat we willen benadrukken is dat het gesprek op zich geen doel is. Het gaat niet om het checken of vast stellen dat jouw vermoedens kloppen. Het gaat juist om het aangaan van het contact met de ouders en het kind. Het is het begin van een langdurig veranderingsproces. Investeer dan ook in het contact, met name met het kind.

Verwacht niet dat een kind gelijk aangeeft dat het niet goed gaat of vertelt wat er aan de hand is. Daar is een kind vaak nog niet aan toe. Dat kost tijd. Heb geduld,  geef aandacht en laat merken dat je oog hebt voor het kind. Even wandelen, een aai over de bol, een complimentje, praatje over lievelingsmuziek. Dat geeft een kind veerkracht. Hoe fijn is het voor een kind dat jij als professional de moeite neemt om hem/haar echt te leren kennen. Om te laten zien dat het de moeite waard is.

Het besef ontbreekt vaak bij professionals hoe belangrijk dat contact is en hoeveel impact dat heeft op een kind. Hierdoor gebeurt het helaas te weinig. Terwijl we dit allemaal kunnen doen, ook niet-professionals.

Gemaakt door
Foto van Mary van den Wijngaart. Mary is een witte vrouw met halflang donkerblond haar en bruine ogen. Door de afsnijding van de foto is haar outfit niet zichtbaar.

Mary van den Wijngaart

gezondheidswetenschapper – praktijkgerichte onderzoeker
Zorg en Sociaal domein