‘We moeten op een goede manier met elkaar omgaan en daarvoor hebben we ook het recht nodig en rechters’, aldus Marc Fierstra, waarnemend voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak en sinds 2009 raadsheer in de Hoge Raad. Wat gebeurt er echter met de kwaliteit van het recht wanneer de rechtspraak onder druk staat? Hierover gingen journalist Bas Mesters met Fierstra in gesprek,  in de dertiende serie van ‘De nieuwe werkelijkheid’ in de Tussenruimte.

Nieuwe Werkelijkheid #13
Marc Fierstra - Rechtspraak onder druk

De (rechts)macht der vanzelfsprekendheid

Eerder interviewde Mesters Fierstra al in de serie Heilige Huisjes in de Volkskrant. Deze Tussenruimte-bijeenkomst was de nazit van dat gesprek met publiek. In het artikel en tijdens het gesprek beklemtoont Fierstra dat rechtspraak en het beschikken over onafhankelijke rechters niet vanzelfsprekend is, al lijkt dat soms zo. ‘We hebben de afgelopen jaren gemerkt dat de rechtspraak daardoor te veel is behandeld als een begrotingspost, als middel om de begroting in evenwicht te brengen. De vraag zou moeten zijn: ‘Wat heeft de rechtstaat nodig?’. En die vraag lijkt genegeerd te worden, aldus Fierstra.

De Poolse toestanden in Nederland?

In Polen zien we de consequenties van een rechtstaat die enorm onder druk staat. Daar neemt de regering allerlei maatregelen die de onafhankelijkheid van de rechterlijke besluitvorming beïnvloeden. ‘Zo is er een tuchtkamer die wordt bemand door rechters die worden benoemd door de regeringsmacht. Ook rechterlijke benoemingen en promoties staan onder grote invloed van de regering.’ Volgens Fierstra is dit niet aan de orde in Nederland, maar kan een dergelijke situatie zich hier wel ontwikkelen: ‘Bestuurders van de rechtbanken worden benoemd door de Raad voor de Rechtspraak. De bestuurders van de Raad voor de Rechtspraak worden op hun buurt weer benoemd door de Minister van Justitie en Veiligheid. Dus er is ook in Nederland een directe politieke invloed mogelijk. Deze bevoegdheid wordt met hele grote terughoudendheid toegepast. Er wordt primair gezocht naar rechters die kundige bestuurders zijn, maar dat slot op de deur, dat er in Polen niet is, ontbreekt ook in Nederland.’ En dat zou er volgens Fierstra moeten komen.

Rechters zijn overvraagd

Fierstra constateert verder dat er steeds meer van de rechters wordt gevraagd. Dat is natuurlijk goed, maar het heeft ook geleid tot verbureaucratisering. Er zijn steeds meer richtlijnen en afspraken over hoe rechters met bepaalde problemen moeten omgaan. Zo staat er voor elke zaak een bepaalde tijd die er aan mag worden besteed. Soms minuten. Soms veel meer. ‘Die minuten zijn natuurlijk niet dwingend, maar als je daarover heen gaat, dan moet de tijd elders vandaan worden gehaald. Dat kan dan ten koste gaan van andere zaken, of je moet het als rechter doen in je vrije tijd. Wat volop gebeurt. Dat eerste kan niet de bedoeling zijn, en dat laatste zet de rechter onder druk. We willen iedere zaak de aandacht geven die deze nodig heeft, en die de rechtszoekende verdient. Door de druk die is ontstaan, lopen we een risico dat rechters zaken over het hoofd gaan zien en dat er dingen fout gaan.´

Innovatie van het recht

Op de vraag van een kijker hoe de Hoge Raad kijkt naar de innovatie van het recht, zegt Fierstra: ‘We zijn bezig met het digitaliseren van de werkprocessen en het online toegankelijk maken van de rechtspraak. Dit proces is nog niet af, maar er worden veel vorderingen in gemaakt. Eén complicatie daarbij is het veiligheidsprobleem. Als er bijvoorbeeld iemand met een videoverbinding wordt gehoord, moeten we er zeker van zijn dat hij/zij niet onder dwang spreekt. Of denk aan een kind dat spreekt: we moeten er zeker van zijn dat een van de ouders, of beide, niet dingen influistert aan het kind. Digitale middelen als Zoom zijn beschikbaar, maar er zijn dus ook beperkingen. COVID19 heeft zichtbaar gemaakt wat al wel en  wat beter niet kan. Zittingen in overzichtelijke zaken waarin niet veel emoties aan de orde zijn kunnen digitaal prima afgehandeld worden, en het kan rechtszoekende ook heel veel reistijd en geld besparen, maar bij lastigere zaken werkt het systeem nog niet perfect.’

Lessen uit het toeslagenschandaal

Gevraagd naar het toeslagenschandaal, zei Fierstra: ‘In zijn algemeenheid is de toeslagenaffaire voor de rechters een belangrijk signaal dat we ons goed moeten afvragen of alles bij ons wel goed op orde is, of we onze besluitvormingsprocessen zo hebben ingericht dat we het tijdig kunnen doorhebben als we dingen niet goed doen. De eerste toeslagzaken die de rechter behandelden waren fraudezaken. Dat creëerde jurisprudentie. We hadden daardoor te laat door dat het later vaak niet ging om fraudezaken, maar om vergissingen van mensen, waar ook iets mee moest gebeuren, maar niet met dezelfde hardheid als waarmee op fraudezaken werd gereageerd. Het tweede aspect waarover we nadenken en praten is: ‘luisteren we wel voldoende naar mensen en collega’s die zeggen dat we te hard zijn? Functioneert het proces van tegenspraak? We hebben bij de Hoge Raad welliswaar niet te maken gehad met de toeslagenaffaire [omdat daar de Raad van State in laatste instantie over gaat], maar het heeft ook ons wel aanleiding gegeven om nog eens goed naar onze eigen processen te kijken.’ Ook op interne bijeenkomsten van gerechten wordt hierover gesproken.

Uitzending gemist

Heb je de uitzending gemist, of wil je de uitzending nog eens rustig terugzien? Dat kan via deze link.

Gemaakt door
Foto van Kosovare Duraku. Kosovare is een vrouw van kleur met zwarte lange krullen en donkerbruine ogen. Ze heeft een lichtroze jurk aan, maar door de afsnijding van de foto is alleen de bovenkant zichtbaar.

Kosovare Duraku

jurist – intersectioneel - schrijver – onderzoeker
Zorg en Sociaal domein