78 jaar geleden riep Indonesië de onafhankelijkheid uit. Over de periode daarna is niet veel te vinden in de geschiedenisboeken op school. Wat weet jij bijvoorbeeld over de onafhankelijkheidsstrijd om Nieuw-Guinea die daarna volgde? EMMA's Melanie Schnezler en haar moeder Anneke delen hun familiegeschiedenis en ontdekken dat hierover praten de weg opent naar jezelf leren kennen. En misschien ook wel verzet tegen patronen van uitsluiting. 'Praten over wat we hebben meegemaakt geeft begrip, erkenning en daarmee verlichting’, zegt Anneke.

In een driedelige serie onderzoekt EMMA’s Oglaya Doua hoe slavernij en kolonialisme doorwerken in het heden en wat het betekent om verbonden te zijn met die geschiedenis van Nederland. Ze interviewt verschillende mensen die allemaal gelinkt zijn aan een ander stukje van de Nederlandse geschiedenis. Je leest nu het tweede deel.

Gewoon Mel

Een Chinese vriendin die als je zus wordt aangezien of in de winkel aangesproken worden in het Engels. Het zijn kleine dingetjes die Melanie wel vaker overkomen. ‘Ik groeide op in een witte omgeving. Op school zaten eigenlijk alleen witte kinderen en op mijn sportverenigingen ook’, vertelt ze. ‘Ik heb heel lang het gevoel gehad dat er geen verschil was tussen mij en mijn klasgenoten. Ik kreeg pas vanaf de middelbare school door dat ik er niet uitzag zoals de norm. Vanaf toen begonnen opmerkingen over mijn uiterlijk me pas op te vallen. Het was raar als mensen mij als anders bestempelden omdat ik er “anders” uitzie dan de rest. Ik ben gewoon Mel uit Den Haag.’ 


Door de jaren heen groeit het gevoel van ongemak naar weerstand. Hoe meer dit soort micro-agressies* haar opvallen, hoe irritanter Melanie het gaat vinden. ‘Als iemand mij vraagt waar ik vandaan kom, vat ik dat op als aanstootgevend. Ik vraag dan eerst terug waarom iemand dat wil weten’, zegt ze.

* Een micro-agressie is een subtiel gedrag – verbaal of non-verbaal, bewust of onbewust – gericht op een lid van een gemarginaliseerde groep dat een denigrerend, schadelijk effect heeft. In tegenstelling tot andere vormen van discriminatie, kunnen daders van een micro-agressie zich al dan niet bewust zijn van de schadelijke effecten van hun gedrag.

Zorg dat je niet opvalt

Die vechtersmentaliteit herkent Melanie bij zichzelf én bij haar moeder. Anneke, Melanie’s moeder, kwam op vierjarige leeftijd naar Nederland vanuit Nieuw-Guinea. Met weinig herinneringen en een paar eigendommen in een koffer belandde ze met haar familie in een opvang in Holten. Het gezin verhuisde naar Rijswijk toen haar vader een baan kreeg. Het was geen prettige tijd, vertelt Anneke. ‘We werden veel gepest omdat we er anders uitzagen. Zorg dat je niet opvalt, was het advies dat mijn ouders ons meegaven.’

Het gepest hield aan. Anneke’s vader besloot om Anneke te leren vechten en weerstand te bieden tegen de pesters. Anneke kwam daardoor bekend te staan als een vechtersbaas. Ze stopte na jaren met de vechtpartijen. ‘Door vriendschappen ben ik uiteindelijk meer mezelf geworden en voelde ik minder de drang om mezelf te bewijzen.’ Maar de vechtersmentaliteit is gebleven. 

Jezelf leren kennen

Voor Anneke was het niet vanzelfsprekend dat ze voor zichzelf opkwam. En nog steeds niet, volgens Melanie. Onrecht tegen anderen was iets waar je tegen moest vechten. Maar luisteren naar jezelf en doen wat je belangrijk vindt, leerde Anneke pas op latere leeftijd. Na een burn-out en depressie leerde ze veel over zichzelf. Ze maakte jaren later zelfs een reis naar Nieuw-Guinea met haar moeder en broertje. Daar realiseerde ze zich dat dat stuk land haar heeft gevormd tot wie ze is. Ondanks de weinige herinneringen aan die plek. Met trots zegt Anneke nu dat ze uit Nieuw-Guinea komt. 

Reis naar het verleden

De moeder van Anneke, Mieke, wordt geboren op Borneo, als dochter van een Dayak stamhoofd. Vanaf december 1941 verovert Japan op agressieve manier delen van Zuidoost-Azië. Nederlands-Indië en Nederlands-Nieuw-Guinea zijn doelwit vanwege de vele bruikbare grondstoffen. In die tijd wordt het gezin van Mieke verraden door hun eigen stamleden. Mieke’s vader wordt onthoofd en de rest van het gezin wordt uitgeleverd aan de Japanners. Zij vermoorden Mieke’s moeder en de kinderen komen op straat terecht. Mieke wordt opgepikt door Amerikanen en belandt in een weeshuis in Hollandia in Nederlands-Nieuw-Guinea. Vervolgens komt Mieke terecht in Manokwari nadat het weeshuis afbrandt. In Manokwari beleeft ze een verschrikkelijke tijd. Haar broers vindt ze nooit meer terug.

De situatie wordt nog ingewikkelder als de Japanners capituleren en Soekarno op 17 augustus 1945 de onafhankelijkheid van Indonesië uitroept. Er volgt een strijd waarbij Nederland de kolonie probeert te behouden. Uiteindelijk tekenen Nederland en Indonesië op 27 december 1947 de overdracht van de kolonie Nederlands-Indië. Maar Nieuw-Guinea blijft grondgebied van Nederland. Vanaf de jaren 50 loopt de spanning opnieuw op tussen Nederland en Indonesië, met Nederlands-Nieuw-Guinea als inzet.

Kaart van Nederlands-Indië en Nederlands-Nieuw-Guinea

Een oude kaart van Nederlands-Indië en Nederlands-Nieuw-Guinea

Mieke ontmoet haar partner, wordt verliefd en krijgt vier kinderen. Twee kinderen, waaronder Anneke, worden in Nederlands-Indië geboren. De jongste twee in Nederland. Haar kinderen worden Indisch genoemd. Kinderen van Nederlanders (en andere Europeanen) en de lokale bevolking. Ze hebben een aparte status, want ze zijn niet Nederlands en niet Indonesisch. Zoals de term anak kolong aangeeft, zijn het kinderen (anak) die onder het bed (kolong) geboren zijn. Alleen bij een huwelijk krijgen de kinderen de Nederlandse nationaliteit. 

Na inmenging van de VN en de VS wordt Nieuw-Guinea onderdeel van Indonesië. Indische mensen met een Nederlands paspoort worden vanaf dan gedwongen om te vertrekken naar Nederland. Tijdens de strenge winter van 1961 komt het gezin aan in Nederland. Weg van het land dat Nederland had beloofd aan Indische mensen. Deze kostbare reis betaalt het gezin uiteindelijk in tien jaar tijd af aan de Nederlandse regering.

Gedeelde geschiedenis

‘Het boek van onze gedeelde geschiedenis kent veel pagina’s die ons – levend in de 21e eeuw – met verbijstering en afschuw vervullen.’ Woorden uit de toespraak van demissionair minister-president Mark Rutte over het koloniaal- en slavernijverleden. Maar de gedeelde geschiedenis is nog lang niet bij iedereen bekend. En dat zien Anneke en Melanie in veel kleine dingen in hun eigen leven. 

‘Dat je er niet uitziet als de witte Nederlandse norm is nog te vaak een reden dat je anders wordt behandeld, legt Melanie uit. ‘En dat zie je ook in het huidige politiek-bestuurlijke systeem op systematisch niveau. Kijk maar naar wat er gebeurde tijdens de toeslagenaffaire, of (institutioneel) racisme bij de politie. Dat gaat om ideeën die generaties terug gaan waar groepen mensen nu nog de dupe van worden. Daar kan ik soms moe van worden.’

Melanie en Anneke zitten op een blauwe sofa in een huiskamer met planten om hun heen

Melanie en Anneke

Je eigen verhaal

Aan de excuses van Rutte hechten Anneke en Melanie niet zoveel waarde. ‘Het komt veel te laat’, vindt Anneke. In principe is het mooi dat een overheid verantwoordelijkheid neemt voor acties in het verleden, daar zijn ze het over eens. Maar Melanie vindt ook dat er actie verbonden moet zijn aan de excuses. ‘Wat heb je aan excuses als er niets verandert aan institutionele discriminatie?’ 

Anneke en Melanie zijn misschien daarom wel zo blij met wat ze wel weten van de gedeelde geschiedenis. ‘Mijn moeder was gesloten’, vertelt Anneke, ‘maar beetje bij beetje heeft ze geleerd om over haar verleden te praten. Dat heeft mij doen inzien dat we meer mogen praten over wat we hebben meegemaakt. Omdat het begrip, erkenning en daarmee verlichting geeft.’

Melanie hoopt dat hun verhaal mensen inspireert om naar hun eigen link te kijken met het koloniale verleden. Wat is jouw geschiedenis? Hoe kijk je naar de wereld? Welke (voor)oordelen heb je eigenlijk zelf? Die kennis kan veel inzicht geven over jezelf en de manier waarop je met anderen omgaat. ‘Het is fijn dat ik mijn verhaal en de verhalen van de generaties voor mij met me meeneem’, zegt ze. ‘Zodat ik die ook weer kan doorgeven als ik later kinderen krijg en we er hopelijk met z’n allen van kunnen blijven leren.’
 

Gemaakt door
Oglaya heeft zwart, krullend haar. Ze draagt een blauwe blouse en een zwarte bril.

Oglaya Doua

redacteur – nieuwsgierig – enthousiast
Gelijke kansen en Gelijkwaardigheid
Zorg en Sociaal domein

EMMA-nieuwsbrief

Altijd op de hoogte?