Bijna 8.000 kilometer van Amsterdam ligt het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden. Zes eilanden, waar het leven op tal van vlakken verschilt van Europees Nederland. Voor Caribische jongeren is de stap dan ook groot als ze na hun middelbare school op het vliegtuig stappen, om te beginnen met een vervolgopleiding in een stad als Utrecht, Nijmegen of Amsterdam. Ineens moeten ze een Burgerservicenummer (BSN) aanvragen, zich inschrijven bij de gemeente, snel een woning vinden, een verzekering afsluiten – en nog veel meer. Ver weg van hun familie en vrienden, in een land waar ze veel van hebben gehoord maar vaak nooit zijn geweest, moeten ze hun weg vinden. En dat lukt niet altijd.

EMMA werkte samen met de Nationale ombudsman aan een onderzoek naar de knelpunten die Caribische studenten ervaren in de voorbereiding op, tijdens en na afloop van hun studie in Nederland. Maar hoe voer je nou zo'n grootschalig onderzoek uit, in Europa en de Caraïben? En wat zijn de belangrijkste bevindingen?

Op 16 december publiceerde de Nationale ombudsman dit onderzoek. O.a. NRC, NPO Radio 1 en de NOS publiceerde items erover.

Een groot bereik onder een lastige doelgroep

‘De Caribische student’ bestaat niet. Dat merkten de onderzoekers van EMMA - Laura Sofie, Harnold en Jan - snel genoeg. Dat maakte het voor dit onderzoek ook lastig om deze groep te benaderen, en te zorgen voor een representatieve steekproef. Een mbo-student, afkomstig uit Saba en studerend in Maastricht, bereik je op een andere manier dan een middelbare scholier die zich in Curaçao voorbereidt op een wo-studie in Amsterdam.

Met hulp van intermediairs (zoals studentenorganisaties, stagehuizen en hulporganisaties) is het toch gelukt een grote groep te bereiken. Daarnaast is de drempel verlaagd om deel te nemen aan het onderzoek, door zowel Nederlands- als Engelstalige groepsgesprekken te organiseren. De vragenlijst, die uiteindelijk door ruim 600 respondenten is ingevuld, kon bovendien in drie talen (inclusief Papiaments) worden ingevuld.

De opbrengsten van het onderzoek zijn uiteraard terug te vinden in de samenvatting van de Nationale ombudsman en het onderzoekrapport zelf. Maar graag willen we twee aspecten uitlichten, die wij erg belangrijk vinden.

Hulp bij de voorbereiding leidt niet tot sneller afstuderen

Bijna de helft van de Caribische studenten wordt in hun overstap naar een studie in Europees Nederland ondersteund door een intermediaire organisatie, zoals Arubahuis of TuranGoeloe. Uit ons onderzoek blijkt dat studenten die deze hulp hebben gehad, doorgaans van zichzelf vinden dat ze relatief goed zijn voorbereid op hun studietijd in Nederland. Dit in vergelijking met studenten die alles op eigen houtje hebben geregeld, de ‘freemovers’.

Studenten die hulp hebben gehad van intermediairs, lopen juist vaker studievertraging op dan studenten die 'alleen' zijn gekomen

Duiken we dieper de data in, dan zien we echter niet dat de studenten die hulp hebben gehad van intermediairs ook minder vaak vroegtijdig stoppen met hun studie. Sterker nog: we zien dat deze studenten aanzienlijk vaker studievertraging oplopen dan studenten die geen hulp hebben gehad. Zou het kunnen dat studenten die alles zelf regelen meer intrinsiek gemotiveerd zijn om een succes van hun studie te maken?

Het is niet altijd makkelijk aarden in Nederland

Veel Caribische studenten kunnen maar moeilijk aarden in de Nederlandse samenleving. Het opbouwen van een sociaal netwerk gaat moeizaam. Omgangsvormen zijn anders dan ze gewend zijn. Vaak hebben ze zelfs te maken met discriminatie. Dit alles kan bijdragen aan psychische problemen. En laat dit nou juist als voornaamste reden worden genoemd voor studievertraging, zo blijkt uit het onderzoek.  

Dat is natuurlijk lastige thematiek voor een Nationale ombudsman, maar ook voor onderwijs- en overheidsinstellingen om op te acteren. Tegelijkertijd laten deze signalen duidelijk zien dat een plezierige en succesvolle studietijd in Nederland om meer draait dan waar afspraken en regels in kunnen voorzien. Het gaat ook juist om de manier waarop we omgaan met nieuwkomers in onze samenleving, de zogeheten soft skills van bijvoorbeeld docenten en studiebegeleiders. Want hier hebben niet alleen instellingen een rol, maar gaat het vooral om de mens erachter. Dus ook jij en ik – eigenlijk wij allemaal. 

 

 

Gemaakt door
Foto van Jan Maessen. Jan is een witte man met kort donkerblond haar en bruine ogen. Hij draagt een wit overhemd en een taupe colbert.

Jan Maessen

politicoloog - resultaatgedreven - partner EMMA
Bestuur en Democratie
Ruimte en Wonen
Foto van Laura Sofie van der Reijden. Laura is een witte vrouw met middellang donkerblond haar en lichtkleurige ogen. Ze lacht in de camera en draagt een marine groene coltrui en een crèmekleurige vest.

Laura Sofie van der Reijden

analytisch idealisme – internationaal – representatie en beeldvorming
Veiligheid en Criminaliteit