Het onderwijs staat al jaren onder druk. Van lerarentekorten, vertragingen door corona tot financiële uitdagingen. Terwijl een goed functionerend onderwijssysteem van cruciaal belang is - nu en in de toekomst. Wat moet er veranderen? EMMA vraagt het aan mensen met hart voor het onderwijs.

Van de straat tot Leraar van het Jaar

Leraar van het Jaar 2021, Ismail Aghzanay is aan het woord: hij is 31 jaar, leraar, dagvoorzitter en spreker. Aghzanay groeide op in Feijenoord en komt uit een gezin met zeven kinderen. Op zijn vijfde werd hij verordonneerd tot het speciaal onderwijs en kwam al op jonge leeftijd in aanraking met de harde straatcultuur van Rotterdam-Zuid. Na het mbo vocht hij zich door het hbo en werd hij leraar Engels op het Comenius College in Krimpen aan de IJssel. Daarna maakte hij een overstap naar het primair onderwijs, dat hij inmiddels achter zich heeft gelaten. Met zijn aanstekelijke energie staat hij mij te woord. Hoe we onderwijsuitdagingen van vandaag moeten aanpakken? ‘Betrek leraren uit “de stille meerderheid” bij de plannen.’

‘De realiteit is hard’

Het onderwijs wordt momenteel met meerdere maatschappelijk opgaven overspoeld. ‘Al deze uitdagingen kan het onderwijs niet alleen oplossen,’ vertelt Aghzanay. ‘Iets dat het ook moeilijker maakt, is dat we het met steeds minder leraren moeten doen. Het lerarentekort is een enorm probleem.’ Daar waar het tekort eerst met name in de grote steden zichtbaar was, is het nu ook in kleine steden en dorpen aan de orde.

Naast het lerarentekort noemt Aghzanay burgerschap ook als grote uitdaging. ‘Zeker in het politieke klimaat waarin we momenteel zitten. De kansenongelijkheid zal alleen maar toenemen de komende jaren.’ De huidige crises, inflatie en stijgende energieprijzen beïnvloeden het leven van leerlingen en studenten, maar ook dat van docenten.

Zij hebben geen controle of zicht op het feit dat er bijvoorbeeld kinderen met een lege maag naar school komen. ‘Die realiteit is hard,’ zegt Aghzanay verontrustend. ‘Deze kinderen beginnen met een achterstand, en die haal je niet zomaar in.’

Er ontstaan ook initiatieven om hier iets aan te doen. ‘Neem de Rijke Schooldag waarbij er gezorgd wordt voor eten, spel en cultuur. De school krijgt een brede maatschappelijke functie en wordt een plek waar je niet alleen komt om te leren. Meer aandacht voor cultuur helpt om leerlingen weerbaarder te maken voor de uitdagingen die onze samenleving momenteel zo hard raken.’

Als het kind centraal staat, staat de professional centraal

De Pisa-rapporten laten zien dat leerprestaties van de Nederlandse kinderen in de afgelopen jaren zijn teruggelopen. Waar dit door komt? ‘De thuissituatie, wel of geen ontbijt, het speelt allemaal een rol. Daarnaast is er ook ruimte nodig voor bijscholing van docenten,’ vertelt Aghzanay. ‘De Inspectie zegt dat ze binnen twee jaar het tij kunnen keren, maar dit vraagt echt om een rigoureuze verandering. Beleidsmakers denken daar te makkelijk over.’

Maar wat moet er dan gebeuren om het tij te keren? Meer tijd. ‘Geen twee jaar, maar vijf jaar.’ Het onderwijs is daarnaast veel bezig met innoveren en veranderen. Maar die resultaten daarvan goed onderzoeken, kost ook tijd.

Om die tijd te creëren zou het inkorten van de onderwijstijd een oplossing kunnen zijn. Aghzanay: ‘In Frankrijk hebben ze een kortere lestijden en zie je dat het onderwijs een stuk effectiever is. De uren die de docenten niet voor de klas staan, kunnen ze inhoudelijk aan hun vak besteden.’ Wat weer bijdraagt aan de professionalisering van docenten.

Betrek de stille meerderheid

De richtlijnen die nu vanuit OCW worden gesteld, houden volgens Aghzanay te weinig rekening met de uitdagingen van een school. ‘Er moet een bottom-up beweging tot stand komen, gevormd door leraren die klappen van de zweep kennen. In zo’n beweging moet samenwerking centraal komen te staan, tussen de lerarenteams, maar ook samenwerking met de partners uit de omgeving van de school.’

Binnen OCW werken er leraren-ambtenaren die praktijkervaring meebrengen in de beleidswereld. Dit vindt Aghzanay een goede zaak. Deze mensen zouden alleen nog meer een afspiegeling van de maatschappij mogen zijn. ‘Ik betwijfel of zij uit Feijenoord of een andere sociaal kwetsbare wijk komen. Je hebt ervaringsdeskundigen nodig die bekend zijn met de drie leefwerelden: straat, school en thuis. Beleidsmakers moeten weten voor wie ze het beleid maken. Kies daarom voor docenten die met de poten in de klei staan en betrek collega’s uit de “stille meerderheid”. Hierdoor zorg je voor meer inclusief onderwijs.’

 

Gemaakt door
Foto van Menno van Tartwijk. Menno is een witte man met kort donkerblond haar en blauwe ogen. Hij heeft een blauw overhemd aan en een donkere colbert.

Menno van Tartwijk

communicatiestrateeg - PR - verbinder in hart en nieren
Gelijke kansen en Gelijkwaardigheid

EMMA-nieuwsbrief

Altijd op de hoogte?