Een wat mistige zaterdagochtend op een lokaal Drents voetbalveld. Tweeëntwintig jeugdspelers onder leiding van een scheidsrechter en twee grensrechters. Alle drie geheel vrijwillig en gepassioneerd rennend, gebarend, fluitend, vlaggend. Iedereen doet zijn best om het spel zo ‘eerlijk’ mogelijk te laten verlopen. Maar dat lukt helaas niet altijd. Ook op vrije zaterdagochtenden kunnen machtsposities en ego’s naar uitwerken.

'Echt een overtreding'

Want welk treurspel ontwikkelde zich voor mijn ogen? Het fluitsignaal klinkt. De jeugdspelers komen in beweging. Na een tijdje zie ik vanaf de zijlijn hoe de grensrechter vlagt voor buitenspel. Maar de scheidsrechter beslist anders. Doorspelen. Een zacht gegrom. ‘Was toch echt buitenspel.’ Iets later. Nu een overtreding, gezien door de grensrechter. De vlag gaat weer omhoog. Maar de scheidsrechter laat doorspelen. Iets harder gemompel. ‘Dit was echt een overtreding, scheids!’. De scheidsrechter snelt naar de grensrechter en spreekt hem aan: ‘Grensrechter, ik zag dit anders. Daarom liet ik doorspelen.’

'Ik ben hier de baas'

Dit gaat zo even door. Tot groeiende frustratie van de grensrechter. Weer steekt hij de vlag omhoog, wederom voor buitenspel. Misschien wel de tiende keer. Maar het spel mag toch weer doorgaan. De grensrechter blijft dit maal strak op zijn plek staan, vlag priemend omhoog, en spreekt de scheidsrechter luidkeels toe. ‘Scheids! Buitenspel!’. Een fluitsignaal. Het spel valt geheel stil. De scheidsrechter en de grensrechter komen dreigend tegenover elkaar te staan. Priemende blikken. De scheids buldert dat hij het wederom ‘anders ziet’ en verzoekt de grensrechter in te dimmen. ‘Ik ben hier de baas!’

'Verlaat nu het veld!'

De grensrechter blijft verbouwereerd achter en mompelt: ‘Wat doe ik hier nog? Dwaas’. De weglopende scheidsrechter keert fluks om. Zijn ogen spuwen vuur. ‘Geef de vlag maar terug. En verlaat het veld!’ De vlag verdwijnt echter snel achter de rug van de grensrechter die het veld weigert te verlaten. Een driftige fluit en een ronddraaiend gebaar van de scheidsrechter volgen. ‘Nieuwe grensrechter graag! Verlaat nú het veld!’.

Buitensluiting en miskenning

Tweeëntwintig jeugdspelers kijken verbaasd naar dit bizarre tafereel. Wat is hier aan de hand? Een scheidsrechter die voortdurend de mening van zijn grensrechters naast zich neerlegt en anders beslist. Uiteraard frustreert dit de grensrechter. Want zijn mening lijkt er niet toe te doen. Dat kan uiteraard prima één of twee keer, maar als dat voortdurend gebeurt, zorgt dat voor gevoelens van buitensluiting en miskenning en is niet in de geest van de manier waar de wedstrijdleiding is georganiseerd.

Meerderheid bepaalt

Op dat punt moest ik denken aan hoe we onze democratie hebben ingericht. De meerderheid beslist. Dat klinkt logisch en eerlijk, maar kan in de praktijk zorgen voor buitensluiting van minderheidsstandpunten. Bijvoorbeeld oppositiepartijen die geen meerderheid hebben en voortdurend bij stemmingen misgrijpen. Waar meerderheidscoalities alles en altijd bepalen en geen ruimte laten voor het meenemen van de mening van fracties die in de minderheid zijn.

Mening van de minderheid

Het niet meenemen van minderheidsstandpunten door de meerderheid leidt op termijn tot frustratie en gedoe. Het is een visje dat langzaam een haai wordt zoals ze in de deep democracy-methode visualiseren. Om dat te voorkomen, doe je er verstandig aan je meerderheidstandpunt niet voortdurend door te drukken. Houd altijd oog voor de mening van minderheden en beweeg af en toe naar hen toe. Dat schept een veel betere basis voor fijne constructieve samenwerking. Op korte, maar zeker op lange termijn.

Foto: VV Kolom 1