Het zijn de resultaten van een grote enquête in opdracht van Natuurmonumenten. ‘Wat vind je van het landelijk gebied in je woonomgeving?’, was de vraag. En welk cijfer hang je daaraan? In Drenthe en de Achterhoek loopt de score op tot boven de 8, terwijl die rond Den Haag en Rotterdam in de rode cijfers duikt. Hoe verder naar het Oosten, hoe aantrekkelijker het landschap.

‘Allemaal naar de Achterhoek dan maar?’, opperde Marieke Reijneker onlangs op LinkedIn. Ook in mijn ervaring is dit een prachtig gebied, ik heb er familie wonen en kom er vaak. De ruimte van buiten, allemaal mogelijk juist omdát het niet zo dichtbevolkt is. ‘Vertel maar niemand dat het hier zo mooi is’, zeggen mijn schoonouders, die zelf in Lochem wonen.

Die uitspraak blijft me bij; enerzijds bevat het de trots op het gebied waar ze wonen en zijn opgegroeid, en anderzijds het besef van de kwetsbaarheid daarvan. Het besef van waar we vandaan komen en de onzekerheid van waar we naartoe gaan. Dat mooie, dat kan je weleens kwijtraken. Aan toeristen, zonneparken, windmolens, en nieuwe inwoners uit het Westen. ‘Allemaal naar de Achterhoek dan maar?’ Of vergroot dat alleen maar de druk op ons – nu nog mooie – landschap? En moeten we beschermen wat we hebben?

Afbeelding: Natuurmonumenten