Als redacteur bij EMMA schrijf ik al jaren over de zorg. Over de geleerde lessen en goede initiatieven, maar ook over de stijgende zorgvraag, de hoge werkdruk en het personeelstekort. Met interesse las ik dan ook het boek Zorg van Lynn Berger, die stelt dat we afstevenen op een zorginfarct. Ik sprak haar over wat nodig is om dat te voorkomen en hoe dat vraagt om een blikverandering. Niet alleen van de overheid maar van ons allemaal.

Een op de zes werkenden werkt in de sector zorg en welzijn. In 2060 moet dat een op de drie zijn om aan de vraag op dat moment te voldoen. Een beangstigende realisatie die Berger kreeg tijdens het schrijven van haar boek. ‘Het is duidelijk dat het systeem daarmee volledig vastloopt. De houdbaarheid van het zorgstelsel lijkt vaak iets van de toekomst. Maar gaandeweg mijn onderzoek besefte ik dat we er al middenin zitten.’

Een last maar ook een lust

Ondanks dat zorg overal aanwezig is, is de zorg te weinig zichtbaar. Het is vanzelfsprekend. Dat maakt dat we vergeten hoe belangrijk het is, totdat zorg tekortschiet of niet beschikbaar is, zoals is gebleken in de coronatijd. Volgens Berger is het belangrijk dat we beter leren kijken naar zorg. Het begint bij de opvoeding en het onderwijs. Onze kinderen leren dat het belangrijk is om te presteren, goede cijfers te halen op school en succesvol te zijn, zo redeneert Berger. Wat ze niet leren, is dat het minstens zo belangrijk is om bij te dragen. ‘Laat zorgzaamheid een streven zijn. Het is mooi om voor iemand te zorgen, dat geeft betekenis en voldoening. Zorgen is niet alleen een last maar ook een lust.’

Dat herken ik. Dat ik parttime werk is een bewuste keuze, omdat ik het belangrijk vind om er te zijn voor mijn tienerzoon. En om tijd en aandacht te hebben voor mijn moeder nadat mijn vader vorig jaar is overleden. Het is fijn om van betekenis voor een ander te zijn.

Zorgvraag omlaag

De oplossingen genoemd in het Actieprogramma Werken in de Zorg, zoals efficiënter werken, uitbreiding van uren voor parttimers en de inzet van technologie, zullen de groeiende kloof tussen de vraag naar zorg en het aanbod ervan niet volledig dichten, meent Berger. Efficiënter werken haalt de zorgzaamheid uit zorg, want écht zorgen kost nu eenmaal tijd. Parttimers meer uren laten werken, kan ervoor zorgen dat ze sneller overbelast raken. E-health helpt tot op zekere hoogte. Technologische toepassingen halen weliswaar eenvoudige taken bij zorgmedewerkers weg, maar de zorg die overblijft is vaak complex en arbeidsintensief. Bijvoorbeeld, in het ziekenhuis kunnen relatief fitte patiënten eerder naar huis dankzij monitoring op afstand maar als gevolg daarvan raken de ziekenhuisbedden gevuld met patiënten die intensievere begeleiding nodig hebben. En ook de patiënten die thuis zijn hebben zorg nodig: zo groeit het beroep op mantelzorgers, maar ook mantelzorgers kunnen maar zo veel doen voor ze overbelast raken.

In een samenleving die er ruimte voor heeft, zou het niet allemaal op het bordje van de zorg belanden

‘Laten we om te beginnen kijken hoe de zorgvraag omlaag kan. Veel dingen die bij het leven horen, zoals rouw na het verlies van een dierbare, faalangst of concentratieproblemen op school, of dat iemand zich een tijdje eenzaam voelt, zijn in onze maakbare prestatiesamenleving een medisch probleem geworden.’ Dat is niet nodig in een samenleving waarin mensen meer tijd hebben om een tijdlang voor hun naasten te zorgen, of om niet altijd te presteren op de toppen van hun kunnen. Dan zou het niet zoals nu op het bordje van de zorg belanden, maar zouden we dit als ervaringen en fenomenen zien die nu eenmaal bij het leven horen. Daarnaast is de zorg sterk gericht op genezen en redden. De Amerikaanse arts Atul Gawande laat in zijn boek Sterfelijk zijn zien hoe de medische wetenschap veel tijd en moeite stopt in het verlengen van levens terwijl dat lang niet altijd opweegt tegen de kwaliteit van leven van mensen.

Meer instroom

Daarnaast is er meer instroom nodig. Er zijn ruim 56.000 vacatures in de zorg en dat worden er alleen maar meer. Berger noemt het de wal die het schip gaat keren. Zou het helpen om het collegegeld voor zorgopleidingen te verlagen, vraag ik mij af. De Raad voor Volksgezondheid en Samenleving ziet mogelijkheden in een betere samenwerking tussen naasten, vrijwilligers en beroepskrachten. In het rapport Anders leven en zorgen beschrijft de Raad hoe we toe moeten naar een meer hybride zorgsysteem, waarbij deze drie groepen gelijkwaardig zijn en minder rigide over wie welke taken uitvoert. Berger interviewde voor haar boek Malika, een vrouw die jarenlang intensieve zorg heeft verleend aan haar dochter met een zeldzame stofwisselingsziekte. Ze heeft geen diploma maar ondanks haar ruime ervaring mag ze alleen als vrijwilliger aan de slag. ‘Van dankbaarheid kan ze de huur niet betalen.’

Daar liep ik zelf ook tegenaan. Uit persoonlijke interesse volgde ik de afgelopen drie jaar een opleiding tot psychosociaal counselor. Nu ik klaar ben zou ik op mijn vrije dag graag mensen begeleiden. Maar bij de passende vacatures staat mijn opleiding niet in het eisenlijstje van de zorgverzekeraar, dus ik kom niet in aanmerking. Jammer, want met mijn ervaring en kennis denk ik dat ik een toegevoegde waarde kan leveren in een sector die staat te springen om mensen. Natuurlijk moet er een zekere kwaliteitscontrole zijn, maar Berger ziet ook dat er nog starheid zit in de eisen die gesteld worden. ‘Het vraagt om meer flexibiliteit en ruimdenkendheid van zorgverzekeraars’, aldus Berger. ‘Ze kunnen hierin bijvoorbeeld leren van het onderwijs dat het lerarentekort deels heeft opgelost met zij-instromers.’

Jammer, want met mijn ervaring en kennis denk ik dat ik een toegevoegde waarde kan leveren in een sector die staat te springen om mensen

Ketenaanpak en samenwerken

Dé oplossing om een zorginfarct te voorkomen, bestaat niet volgens Berger. De kloof tussen vraag en aanbod is een omvangrijk, complex probleem waarbij de oplossingen op verschillende niveaus liggen. Bij zorginstellingen en werkgevers moet een besef zijn dat ziekenhuiszorg, mantelzorg, thuiszorg en de zorg van ouders voor kinderen geen losse eilandjes zijn, maar vormen van zorg die met elkaar in verbinding staan. Dat wordt zichtbaar als iemand een IC-bed bezet houdt omdat er geen plaats vrij is op de verpleegafdeling of wanneer iemand in het ziekenhuis niet naar huis kan omdat er geen mantelzorger is. Sleutelwoorden hierbij zijn ketenaanpak en samenwerken, begrippen die ik inderdaad vaak heb gehoord in de vele interviews die ik de afgelopen jaren afnam voor Onbeperkt meedoen!, Eén tegen Eenzaamheid en andere programma’s van het ministerie van VWS.

Er ligt een taak voor de overheid om dat te stimuleren. Maar ook voor werkgevers, door het bieden van een fatsoenlijk salaris, goede arbeidsomstandigheden met een zekere mate van autonomie. Maak dat het weer aantrekkelijk is om in de zorg te werken, dat het een vak is waar mensen trots op zijn en plezier in hebben. Daarbij is ruimte om te ‘tinkeren’ cruciaal. Daarmee doelt Berger op een aandachtige vorm van experimenteren. Wie aan tinkering doet, gaat steeds op zoek naar kleine, praktische oplossingen voor (delen van) problemen in plaats van naar één permanente fix. Daarmee kan een zorgverlener ter plekke dat doen waar een patiënt of cliënt werkelijk behoefte aan heeft. ‘Daarvoor is nodig dat er minder dwingende protocollen en administratieve lasten zijn. Voorwaarde hierbij is vertrouwen. Bij initiatieven zoals Buurtzorg Nederland zien we dat dat goed werkt.’

Blikverandering

Ook vraagt het beleidsveranderingen zoals bijvoorbeeld een uitgebreider zorgverlof, een basis- of een zorginkomen, pensioen en verzekering tegen ziekte en arbeidsongeschiktheid voor mantelzorgers, zodat mensen de tijd en ruimte krijgen om voor elkaar te zorgen. Zodat die taak niet bij de professionele zorg terechtkomt. Dát is effectieve preventie. 

Als rode draad door alles heen is het cruciaal dat er een blikverandering plaatsvindt, iets waaraan Berger met haar boek probeert bij te dragen. ‘We moeten er met zijn allen van doordrongen raken dat zorg geen bijzaak is maar het fundament van onze samenleving. Zorg is een weefsel dat alles met elkaar verbindt. En zorg is schaars, het is nodig om er zuinig mee om te gaan. Dat is de mentaliteitsverandering die moet plaatsvinden. Aan deze maatschappelijke opgave moet iedereen bijdragen. Dan zal het toekomstscenario minder naargeestig zijn.’

Lees hier meer over het boek Zorg van Lynn Berger.

Gemaakt door
Foto van Marianne Lourens. Marianne is een witte vrouw met halflang rood haar en blauwe ogen. Ze heeft blauwgrijze blouse aan en een zwarte colbert.

Marianne Lourens

gedreven (eind)redacteur - punctuele projectleider - mensgericht
Zorg en Sociaal domein