Al lang verdienen drugsbendes in Nederland goed geld met de productie van (voornamelijk) wiet en XTC. Recent hebben de vijf grootste steden van Noord-Brabant daarom de handen ineengeslagen en samen met de provincie een Deltaplan ontwikkeld. Met een “strijdkas” van 150 miljoen euro per jaar willen ze deze vorm van criminaliteit en de ondermijnende werking die ervan uitgaat aanpakken en tegengaan, aldus de Volkskrant, 14 februari 2017.
 

Waarom zouden we het legaliseren?

In de aanloop naar de verkiezingen op 15 maart zien we het drugsprobleem prominent op veel partijprogramma’s staan. Linkse en midden partijen zijn voor het legaliseren van softdrugs. Waarbij GroenLinks en D66 ook de mogelijkheden voor legalisering van sommige harddrugs willen verkennen. Kern van de argumentatie is beperking van de gezondheidsschade door overheidscontrole. Daarnaast zou het leiden tot decriminalisering doordat, zoals de PvdA het verwoordt, ‘het verdienmodel voor drugsbendes vervalt’. De te heffen accijnzen zullen daarbij een ‘besparing op politie en justitie van honderden miljoenen opleveren’.

Waarom niet?

Over de rechterflank horen we andere geluiden. Daar gaat het vooral om het stellen van een norm en om handhaving. Het CDA is het meest stellig: ‘het Nederlandse drugsbeleid is failliet. […] Het overgrote deel van de in Nederland geproduceerde softdrugs is bestemd voor de export. Daarom biedt legalisering geen enkele oplossing. Het leidt alleen maar tot een sterkere vermenging van de boven- en onderwereld en een verdere normalisering van het drugsgebruik.’

‘Drugsbendes zullen zich hun verdienmodel niet zo gemakkelijk laten afnemen.’

De partij raakt hiermee aan de kern van de discussie, zoals die 22 februari j.l. in de Tweede Kamer ook gevoerd is. Het is maar de vraag of de criminaliteit zal afnemen als softdrugs worden gelegaliseerd. Een groot gedeelte is inderdaad bestemd voor export. En wie zegt dat het illegale circuit in Nederland niet in stand blijft doordat er vraag blijft naar wiet met hoge concentraties werkzame stof of doordat gebruikers de accijnzen willen ontlopen? Drugsbendes zullen zich hun verdienmodel niet zo gemakkelijk laten afnemen.

‘De hoeveelheden in beslag genomen drugs zijn amper bekend.’

Over welke hoeveelheden drugs hebben we het eigenlijk? Er is niemand die het precies weet. Recent onderzoek van EMMA toont aan dat de politie niet goed in staat is om betrouwbare cijfers te leveren over de hoeveelheden harddrugs die in beslag worden genomen. Cijfers over opgerolde hennepkwekerijen zijn er wel, via de nationale hennepmonitor. Maar de hoeveelheden in beslag genomen bolletjes, wikkels, ponypacks, repen, dozen, laat staan keurig gewogen kilo’s van de stoffen op ‘Lijst I’ van de Opiumwet zijn amper bekend. Daarmee zeggen we overigens niet dat de politie per se nalatig is. Veiligheid is soms belangrijker dan statistiek. En de realiteit is dat de politie vaak andere prioriteiten heeft dan een half uur bezig te zijn met de administratieve afwikkeling van een in beslag genomen pilletje of pakje. 

Het lijkt verstandig om, voordat grote stappen worden gezet bij de bestrijding van drugs, goed uit te zoeken wat de gevolgen zijn van de maatregelen. Natuurlijk zijn de hoeveelheden in beslag genomen drugs nooit meer dan een indicator voor de werkelijke hoeveelheden die omgaan. Maar ze kunnen wel belangrijke aanwijzingen geven over (de verplaatsing van) activiteiten, trends in gebruik en de vermenging van boven- en onderwereld. En daarmee krijgen we ten minste enig zicht op de werkelijke effecten van iets ingrijpends als legalisering of een deltaplan van 150 miljoen euro.

Gemaakt door
Foto van Menno Jacobs. Menno is een witte man met donker krullend kort haar en donkere ogen. Hij heeft een kort baardje, draagt een lichtblauw overhemd en een donkergrijze colbert.

Menno Jacobs

onderzoeker – academicus – van de hoed en de rand
Veiligheid en Criminaliteit