Op 1 juli is het Keti Koti, en 150 jaar geleden dat Nederland de slavernij afschafte. Dit jaar is uitgeroepen tot nationaal herdenkingsjaar. Wat kan het verleden ons leren over het heden? We vroegen het aan EMMA’s Malouk van der Velden, die met de gemeente Rotterdam en Ontwerpwerk samenwerkte aan een campagne om de bewustwording over de geschiedenis van kolonialisme en slavernij de stad te bevorderen.  

Eigen geschiedenis leren kennen 

Het begon allemaal in 2018, met een motie die oud-gemeenteraadslid Peggy Wijntuin indiende. Zij verbaasde zich erover dat veel Rotterdammers bijvoorbeeld niet weten dat de Lloydkade de plek was van de driehoekshandel tussen Europa, Amerika en Afrika. Vanaf die kade vertrokken schepen vol handelswaar naar de kusten van Afrika. Daar werden producten geruild tegen slaven, die vervolgens weer werden geruild tegen onder andere suiker en koffie. Wijntuin vond dat de gemeente onderzoek moest doen naar het koloniale en slavernijverleden, zodat Rotterdam haar geschiedenis leert kennen.  

Uit dit onderzoek bleek dat de stad vanaf 1600 een grote rol had in de Nederlandse koloniale handel en slavernij. Het was een van de redenen waarom de Rotterdamse haven uitgroeide tot een van de grootste havens ter wereld. De gemeente besloot om de uitkomsten van het onderzoek in het boekje Koloniaal Rotterdam te bundelen en op een laagdrempelige manier te presenteren aan de bewoners.  

Door het boekje te lezen of een evenement te bezoeken, hoopt de gemeente meer bewustwording te creëren bij bewoners over de Rotterdamse geschiedenis. Via ambassadeurs ontstaat hopelijk ook een breder gesprek over de impact van de geschiedenis op persoonlijke levens. Malouk werkte mee aan de campagne Wat is jouw link?, die de gemeente startte om het boekje te promoten.  

Stad vol nationaliteiten 

Als een stad die 175 nationaliteiten telt, kun je Rotterdam wel divers noemen. ‘Als je wilt begrijpen hoe de huidige maatschappij in elkaar steekt, moet je het verleden kennen’, zei Peggy Wijntuin al. Malouk sluit zich hierbij aan. ‘We moeten begrijpen waarom we zo zijn en waarom de stad eruitziet zoals die is.’ Als je uit het centraal station uit loopt, word je begroet door verschillende kleuren en geuren van toko’s en warungs. Een niet-eenzijdige stad dus, Rotterdam, waarin ook plaats is voor verhalen van niet-witte Nederlanders.  

Malouk ziet overal in de stad hoe het slavernij- en koloniale verleden niet alleen het verleden is. ‘Ik zie het als iemand naar afrobeats luistert en door de stad loopt, een bara haalt bij de snackbar. Er zijn zoveel invloeden uit het verleden die in het heden doorwerken. Daar sta je misschien niet zo bij stil, maar je ziet het wel wanneer je verder kijkt dan je eigen bubbel.’  

Twee mannen twee generaties ingezoomd op gezichten

Illustratie Naomi King.

Verzwegen geschiedenis 

Vanuit haar eigen achtergrond beseft Malouk zich hoe belangrijk het is om haar aandeel in de gedeelde geschiedenis te erkennen. Haar opa werd op zijn achttiende naar toenmalig Nederlands-Indië gestuurd voor ‘politionele acties’, om de opstand van de Indonesiërs te onderdrukken.* Wat hij daar precies heeft meegemaakt? Niemand in de familie weet het. ‘Het enige dat we weten is dat hij de rest van zijn leven nachtmerries had’, vertelt Malouk. ‘Dit is voor mij wel een reden geweest om zelf onderzoek te doen en me bewust te zijn van het privilege dat ik heb.’ 

Malouks verloofde, die een Indonesische achtergrond heeft, leerde haar ook veel op dit vlak. ‘Ik heb geleerd hoe krom onze geschiedenislessen op school soms zijn en vaak alleen vanuit een westers perspectief benaderd worden. Dat er veel meer geweld achter de onafhankelijkheid van Indonesië zat dan wat we op school leren. Het is een verzwegen geschiedenis en dus heb ik ook veel geleerd over andere perspectieven. Maar bovenal heb ik geleerd dat ik niet genoeg weet.’ 

*Na de Japanse overgave, waarmee er een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog, riep Soekarno op 17 augustus 1945 in Jakarta de onafhankelijkheid van Indonesië uit. Daarmee was het koloniale Nederlands-Indië verleden tijd. Maar Nederland erkende de Republik Indonesia niet. Vanaf 1945 wilde Nederland met onderhandelingen, oorlogvoering en geweld het gezag in de kolonie herstellen en controle houden over het dekolonisatieproces. De ‘politionele acties’ (zoals de militaire operaties in Nederland genoemd werden) in 1947 en 1948-1949 zijn het meest bekend uit deze periode. 

Geschiedenis zichtbaar maken 

Komende maanden zal de campagne nog zichtbaarder worden in de stad met evenementen, posters en verhalen van ambassadeurs. Mensen hoeven niet eens het boekje te lezen, volgens Malouk. ‘Door zichtbaar te zijn, laat je zien dat het slavernij- en koloniale verleden onderdeel is van onze samenleving. Ik hoop dat de campagne Rotterdammers ervan bewust maakt dat de geschiedenis doorleeft in ons heden.’ 

Ieders verhaal een plek in de stad 

Die zichtbaarheid van de geschiedenis valt niet altijd in goede aarde. Zo roept het nieuwe standbeeld van een jonge, zwarte vrouw bij het centraal station van Rotterdam bij sommigen weerstand op. Maar juist het mooie hieraan vindt Malouk dat iedereens verhaal een plek krijgt in de stad.  

Malouk: ‘De stad wordt gereflecteerd in de straatnamen en in de kunst die je om je heen ziet. Ik zie het veranderen van straatnamen bijvoorbeeld niet als het wissen van de geschiedenis, maar als ruimte maken voor andere stemmen.’ Op die manier impact maken, biedt ook gelegenheid om het gesprek aan te gaan, volgens haar. Wel zegt ze erbij: ‘Dat wordt waarschijnlijk dan geen leuk gesprek. Maar door het gesprek aan te gaan, en daar draagt deze campagne hopelijk aan bij, verliezen we elkaar niet uit het oog.’ 

Koloniaal Rotterdam is gratis af te halen in alle bibliotheken van Rotterdam en digitaal te lezen op Stadsarchief.rotterdam.nl. Meer informatie over de campagne en informatie en evenementen over het koloniaal en slavernijverleden van Rotterdam vind je op de website van gemeente Rotterdam.