Het is een dooddoener om te constateren dat de afstand tussen overheid en inwoner weleens kleiner is geweest. Een van de middelen om die gevoelde afstand te verkleinen, is een burgerberaad. Waar inwoners zelf aan de knoppen van een maatschappelijk vraagstuk mogen draaien. Maar is een burgerberaad niet een heel duur middel? En moet je een bureau inhuren om een burgerberaad voor te zitten? EMMA’s burgerberaden-experts Jonneke Stans en Maarten Fluit gingen met Ton Baetens in gesprek over deze vooroordelen. 

Bij EMMA hebben we de afgelopen jaren veel ervaring opgedaan met de ontwikkeling en uitvoering van allerlei verschillende varianten van een burgerberaad. Tijd om de balans op te maken. En vooral in te zoomen op de vooroordelen die vaak aan burgerberaden gelinkt worden. Oordeel één: een burgerberaad, is dat niet een erg duur middel? En twee: een burgerberaad in goede banen leiden, dat kan toch iedere ervaren dagvoorzitter?

Jonneke Stans en Maarten Fluit hebben in de afgelopen jaren regelmatig met dit spreekwoordelijke bijltje gehakt: alle reden om hen aan de tand te voelen.

Laten we beginnen met het eerste vooroordeel over burgerberaden. Om maar met de deur in huis te vallen: Een burgerberaad is geen kleine onderneming. Is het daardoor niet een een veel te duur middel? Jonneke schiet in de lach. Dan, serieus: ‘is het duur? Of kost het veel geld? Ik denk dat het veel geld kost.’ Maar dat is ook best logisch, legt ze uit. ‘Er is veel begeleiding nodig. Want je werkt met kleine groepjes, die allemaal een gespreksbegeleider nodig hebben. Twee: die gesprekken zijn intensief.’  

Dat is ook niet gek, legt Jonneke uit. Allereerst: ‘deelnemers aan een burgerberaad die zijn niet altijd gewend om met een overheid in gesprek te gaan.Dus dat is sowieso “wennen”.’Maar het is ook écht meer dan een gesprek, betoogt ze: het is een proces, waarin je echt in gesprek wil raken én blijven, en waarin je beredeneerd met elkaar tot een advies moet komen.’ En, zo voegt ze toe: ‘waarin je ook van mening moet kunnen én willen veranderen.’  

Opgeven is één, meedoen is twee, en dan: ook echt volhouden, dat is drie. Een burgerberaad vraagt veel van mensen.

En dan heb je het alleen nog maar over dat zinnige gesprek aan tafel, vult Maarten aan. Als gediplomeerd hotelier weet hij uit ervaring hoe belangrijk sfeer, locatie en welbevinden is: ‘Om tijdens één bijeenkomst alles in goede banen te leiden heb je een hele set mensen nodig.’

Wat voor mensen? ‘Mensen die ontzorgen, zodat deelnemers van het burgerberaad zich op de inhoud kunnen focussen, legt Maarten uit. ‘Denk aan een floormanager, een gastheer of gastvrouw, iemand die een verslag maakt en neutrale gespreksbegeleiders. Belangrijke rollen, die ook voor hoge kosten zorgen.Er speelt namelijk van alles: je kan het bijvoorbeeld eng vinden om in een groep te spreken. Omdat je dat nog niet zo vaak gedaan hebt. Of je snapt een onderdeel niet, en dat durf je niet gemakkelijk aan te geven. Of, omdat je slecht ter been bent, vind je het lastiger om overal aan mee te doen.’ Er zijn tal van redenen waarom mensen niet goed kunnen meedoen. En omdat je als burgerberaad de opdracht hebt, om echt alles en iedereen bij het gesprek te betrekken, dan is het ook zaak om dat goed te regelen. Voor, tijdens en na de sessies. Want: ‘Als mensen dan durven meedoen, dan moet je dat ook écht goed en inclusief doen.'

Jonneke: ‘Je kan je niet voorstellen hoe spannend het soms voor mensen is. Zo intensief met elkaar in gesprek: dat doet wat met mensen. Soms vloog het ze gewoon aan. Mensen moeten soms even naar buiten lopen.’

Toch even terug naar ‘duur’. Er komt heel wat bij kijken, zeggen jullie. In begeleiding, in randvoorwaarden. En ik hoor ook termen als sfeer en welbevinden vallen. Hoe efficiënt kan het? Maarten: ‘nou, een bestuurder – en dat is ons Nederlanders misschien wel eigen - wil al snel alles zo efficiënt mogelijk ingeregeld hebben. “Geen cent te veel!” Een kale ruimte, formica tafels, met wellicht nog een kopje koffie, met vooruit, één plakje cake. Maar dat werkt niet.

‘En ja, natuurlijk: het is ook “duur”! Want los van het organiseren en uitvoeren van zo’n burgerberaad ben je er niet. Het is ook belangrijk om het zogenaamde maxi-publiek te betrekken,’ vult Jonneke aan.

Maxi-publiek? ‘De mensen die niet betrokken zijn bij het burgerberaad, maar er wel van moeten weten,’ zeggen ze in koor.

Het betrekken van inwoners is belangrijk, zo betogen beiden. Voor, gedurende en na het proces. Doe je dat niet, dan kan de buitenwereld zich toch -enigszins- verrast tonen. Dus idealiter betrek je het grote publiek voor, tijdens en na het Burgerberaad. En, als je het echt goed wil doen, dat laat je de buitenwereld ook meepraten en daar waar mogelijk licht mee laten meedoen: ‘Anders blijft het toch een soort geheimzinnig genootschap.’

Jonneke: ‘Ideaal gezien doe je dat namelijk, omdat je ook moet laten zien wat die 50 mensen te vertellen hebben. Je moet laten zien het advies dat door de gelote groep gegeven ook écht gedeeld is, en gedeeld wordt.’

Dan naar het tweede vooroordeel: iedereen kan een burgerberaad voorzitten. Welke kwaliteiten zijn er nodig voor het leiden van een burgerberaad? Welke lessen hebben jullie geleerd?

Maarten: Allereerst, laat iemand het voorzitterschap vervullen, die er niet voor zichzelf staat. Je moet niet zomaar denken dat je dit eventjes doet. Elke groep is weer net wat anders.'

Jonneke: ‘je moet als heel team dienstbaar zijn aan de groep. Terwijl je als voorzitter toch ook de leiding moet nemen. Zonder dat je ze een bepaalde kant opstuurt.’

Dat klinkt een beetje paradoxaal... 'Dat klinkt niet alleen paradoxaal, dat is het ook.'

Na twee dagen kom je met elkaar in de spreekwoordelijke woestijn, waarin blijkt dat het allemaal toch reuze ingewikkeld is.

Jonneke legt uit: ‘eigenlijk moet je de hele dag -als het ware- energie kunnen geven aan de groep: het is voor de meeste deelnemers én opdrachtgevers intensief én nieuw. Als voorzitter van een burgerberaad ben je een soort spiegel van de groep. Waarbij er twee cruciale momenten zijn. Aan het begin van een burgerberaad moet je als groep afspraken maken over het stemmen: wanneer vinden we bijvoorbeeld dat iets is aangenomen? Met welke meerderheid werken nu? En daarna volgt het tweede spannende moment aan het einde van het proces: want dan moet er ook daadwerkelijkheid gestemd worden.'

Beiden stellen vast dat een burgerberaad van een zekere fragiliteit is. Immers, als de minderheid dan te weinig gehoord wordt, dan gaat het niet goed. Maar als de meerderheid niet toch het besluit krijgt, dan is het burgerberaad mislukt.   

Maarten: ‘Er komt toch altijd een punt dat je écht moet kiezen. En dan is een voorzitter echt belangrijk.’ 

Jonneke stelt vast dat je goed moet aanvoelen wat een groep nodig heeft: ‘Als er aan het einde dan toch nog iets wordt ingebracht, dan denk je al snel dit moet nog kunnen. Maar tegelijkertijd: je moet ook door. En dat is een fragiel evenwicht.’

En, onvermijdelijk: ‘na twee dagen kom je met elkaar in de spreekwoordelijke woestijn, waarin blijkt dat het allemaal toch reuze ingewikkeld is.Dan is de eerste euforie weggeëbd. En de complexiteit van de vraag echt doorgrond. Terwijl je toch als groep toegezegd hebt om met een antwoord te komen.'

Maarten: ‘Dus de boel een beetje bij elkaar houden, zoals Job Cohen ooit zei, is dan echt niet genoeg. Je moet het met elkaar doorleven, zo stellen Jonneke en Maarten vast. Misschien is dat ook wel de reden waarom een BN-er niet altijd de beste keuze als voorzitter is: ‘Een BN-er heeft toch ook altijd een beetje ego nodig: anders kom je niet op die plek. Logisch en ook echt een kwaliteit. Maar precies zit de groep dan in de weg: want het gaat om de groep. En krom genoeg: dat staat het echte gesprek een beetje in de weg.’

Jonneke: ‘het is gewoon ook een vak, geloof het, of niet! Maarten (lachend): ‘Jonneke gaat ook niet zomaar Tien voor Taal presenteren.’

Gemaakt door
Foto van Ton Baetens. Ton is een witte man met golvend kort zwart haar, donkere ogen en een donker baardje. Hij draagt een zwarte bril en heeft verder een wit overhemd aan en een donkergrijze colbert.

Ton Baetens

historicus & bestuurskundige - tegendraads - partner EMMA
Ruimte en Wonen