De wereld is te klein. Althans de wereld van de ouderenzorg. Het eindrapport van de Inspectie van de Gezondheidszorg (IGZ) is ingeslagen als een bom. Ook zorgde de publicatie van de lijst met de 150 instellingen die sinds 2014 onder toezicht stonden voor opschudding. Een dergelijke naming & shaming was nooit eerder vertoond. Het gevolg? Verontwaardigde politici, verontruste burgers en boze zorgbestuurders die vinden dat zij onterecht (nog) op de lijst staan. Ook de zorgverleners zijn zwaar teleurgesteld. Zij vinden dat ze wederom de zwarte piet krijgen toegespeeld. Maar ongeacht of je nu wel of niet op de lijst staat, de hele commotie maakt wel duidelijk dat de maat vol is. Men wil meer tijd en aandacht voor de bewoners. En terecht, maar met meer geld en minder regels zijn we er helaas niet.

De intentie is zeer zeker aanwezig in de sector. Dat heeft ook de IGZ geconstateerd. Zij trof in bijna alle instellingen betrokken medewerkers aan. Daarnaast heeft de sector de laatste jaren geïnvesteerd in wat dan wordt genoemd: persoonsgerichte zorg. Zorg die is afgestemd op de wensen en behoeften van de bewoner. Hoewel dit belangrijke stappen voorwaarts zijn, biedt persoonsgerichte zorg an sich geen garantie voor menswaardige zorg. Bij waardige zorg gaat het vooral om een bewoner in staat stellen de regie over het eigen leven te laten voeren.  Om zijn of haar leven – gelet op zijn beperkingen en mogelijkheden – zelf in te richten. Waarbij ook een respectvolle behandeling essentieel is.

'Of je nu wel of niet op de lijst staat, de maat is vol'

In ons onderzoek "Waardigheid, autonomie en bejegening in verpleeghuizen" (november 2015, in opdracht van het College voor de Rechten van de Mens) constateerden we dat waardige zorg nog (te) sterk afhangt van de individuele professional en onvoldoende geborgd wordt in de dagelijkse zorgpraktijk. De autonomie van bewoners is begrensd, niet alleen door hun gezondheidssituatie, maar mede door de (on)mogelijkheden van de organisatie en van professionals. 

Het streven naar persoonsgerichte zorg spitst zich vooral toe op de persoonlijke verzorging. Men ‘vergeet’ nogal eens de andere levensdomeinen van de individuele bewoner. Vooral bij het eten & drinken en een (zinvolle) dagbesteding ligt eigen regie complexer. Veelal vanwege het groeps- en instellingsgebonden karakter van deze zorgaspecten. Zingeving en een zinvol bestaan is voor diverse bewoners niet weggelegd. Daarnaast ligt een belangrijk aspect van waardige zorg bij de bejegening. Ook ons onderzoek laat hierin een wisselend beeld zien, soms als gevolg van beleid of de fysieke inrichting van de organisatie. Vooral ten aanzien van privacy is nog een wereld te winnen. 

'Met meer geld en minder regels zijn we er helaas niet'

Een belangrijk kloof tussen wens en praktijk wordt veroorzaakt door de discrepantie tussen de 24/7 aanwezigheid van de bewoner en de maximaal vergoede zorg. Deze kloof is gigantisch! Maar dat constaterende, is een roep om alleen meer geld te makkelijk.  Dat geldt ook voor de roep om minder regels. Ook wij zijn namelijk voorbeelden tegengekomen in de praktijk – net als Hugo Borst – waarin het wél kan. Meer geld en minder regels helpen. Absoluut. Maar het leidt niet automatisch tot inspraak, zeggenschap, aandacht en privacy. Of tot bewoners die in de eigen waarde worden gelaten. Voor dit alles is meer nodig. 

Professionele kwaliteit en vooral ook de attitude van professionals zijn niet te protocolleren noch in procedures en schema’s te verzekeren. Het vraagt om betrokkenheid, aandachtigheid, verantwoordelijkheid en responsiviteit. Waardige zorg gaat niet zozeer om de vraag hoe onze zorg kan worden afgestemd op wensen en behoeften van de bewoner, maar om de vraag hoe iemand zijn leven in deze specifieke setting zoveel mogelijk zelf kan (blijven) inrichten. Dat is een fundamenteel andere vraag die een andere mindset vereist van het Rijk, bestuurders, beleidsmakers, behandelaars en professionals. Bovendien vereist het de verantwoordelijkheid en inzet van alle partijen. Want laten we wel wezen, professionals kunnen alleen uitblinken als zij kunnen werken onder de juiste randvoorwaarden, binnen de juiste kaders en als zij daarvoor goed zijn toegerust. We hebben zeker goede stappen in de juiste richting gezien, maar waardige zorg vormt zeker nog geen onderdeel van het DNA van de sector.

Gemaakt door
Foto van Mary van den Wijngaart. Mary is een witte vrouw met halflang donkerblond haar en bruine ogen. Door de afsnijding van de foto is haar outfit niet zichtbaar.

Mary van den Wijngaart

gezondheidswetenschapper – praktijkgerichte onderzoeker
Zorg en Sociaal domein