De Tussenruimte is een sociaal lab, een podium voor onafhankelijk debat en dialoog in Den Haag.

naar de tussenruimte

En hoe Willem Engel een creatie is van Mark Rutte

Biedt corona ook kansen? Kansen op broederschap en hernieuwde saamhorigheid? Bas Heijne, PC Hooftprijswinnaar, essayist, schrijver, documentairemaker, redacteur van NRC Handelsblad, nam een flinke aanloop bij het beantwoorden van deze vraag in de eerste aflevering van de debatserie De Nieuwe Werkelijkheid van De Tussenruimte. Daarin kundig begeleid door interviewer Eduard van Holst Pellekaan, die de in quarantaine verkerende Tussenruimte-programmamaker Bas Mesters verving.

De Tussenruimte: Bas Heijne - Broederschap Welke Broederschap?

Heijne citeerde uit zijn essays Mens/Onmens en Onbehagen. Het werd een gesprek over de frustratie van veel mensen over de elite, over de vier kernbegrippen van het liberalisme. Die al lang niet meer worden gehonoreerd door de politieke partijen van het midden. Zelfs niet door de VVD en D66, die net als de andere middenpartijen al decennia pragmatische en technocratische compromissen sluiten vanuit een neoliberale, als onvermijdelijk gepresenteerde, logica.

Willem Engel en Rutte

Het ging over burgers die zich daardoor minder serieus genomen voelen. Over hoe het liberalisme van Rutte types als Willem Engel heeft gecreëerd. Mensen die menen dat elke regel die hen beperkt onderdrukking is. Die zich aan geen enkel overheidsgebod wensen te ontwerpen. Die feiten als keuzes zien die ondergeschikt zijn aan de emoties die hen drijven.

Mensen die stellen: ‘Ik mag bepalen wat ik goed vind. Ik mag het zeggen zoals ik wil en men moet mij niet lastigvallen.’ Volgens Heijne is het opkomen van dit soort geluiden het directe gevolg van de neoliberale, visieloze koers van bewindslieden als Rutte, die steeds opnieuw een beroep doen op de eigen verantwoordelijkheid van de burger, en ondertussen veel collectieve voorzieningen hebben wegbezuinigd en geïndividualiseerde burgers verweesd achterlieten.

Broederschap is niet iets weeks, zoals elkaar allemaal klef in de armen vallen. Het is juist een hele moeilijke opdracht

Het ging over hoe corona mensen, nog meer dan al het geval was, terug duwt in een digitale wereld. Hoe ze, als ze elkaar niet meer ontmoeten, steeds minder elkaars belevingswereld kennen en erkennen. En hoe ze elkaar meer en meer in hokjes duwen, tot sjablonen maken, en elkaar als een symbool van iets enkelvoudigs zijn gaan zien. In plaats van elkaar als echte mensen met meervoudige identiteiten te aanschouwen.

Het ging over hoe mensen vervolgens gedreven door emotie steeds meer in hun zelfgecreëerde waarheid blijven hangen en feiten negeren. En over hoe ze elkaar op sociale media uit frustratie over hun isolement (en het niet gehoord worden) steeds harder in het gezicht slaan. Precies zoals Trump dat zo graag doet. Waardoor open debat en ontmoeten steeds moeilijker wordt en geweld op straat sluipenderwijs gelegitimeerd dreigt te worden.

Cultuur van zelfbevestiging

Het ging er ook over dat factchecken niet de oplossing is, maar eerder een illusie. Omdat de uiteindelijk vastgestelde feiten de onderliggende angsten en emoties van mensen niet wegnemen. Het ging over media en politiek die opereren volgens een cultuur van zelfbevestiging en mensen geven en zeggen wat ze toch al vinden om ze als volgers, abonnees en kiezers te behouden. En hoe Mark Rutte dat als geen ander doet. Of het nu in het Zwarte Pietendebat is, als het gaat over duurzaamheid en klimaat, of over Europa, of mondkapjes. Hij stuurt niet, zet geen stip aan de horizon, heeft geen visie of idee van een richting, hij volgt de massa, beweegt met de publieke opinie mee.

Bas Heijne in De Tussenruimte

En uiteindelijk ging het over broederschap of gemeenschapszin en of die aan het ontstaan is of nog mogelijk is. En over het feit dat Nederland traditioneel een land van vrijwilligers is, en dat er nu inderdaad heel veel nieuwe gezamenlijkheidsinitiatieven van onderop ontstaan. Vreemd genoeg echter, manifesteert de broederschap zich maatschappelijk wel degelijk in straten, in wijken, in allerlei solidariteitsinitiatieven van onderop, maar wordt dit politiek helemaal niet gevoed of overgenomen of echt serieus genomen. Behalve dan met holle slogans. Of met een Jesse Klaver die in een one man show stelt dat we het samen moeten doen.

Broederschap als opdracht

Broederschap, zo luidde de conclusie van het gesprek, is niet iets weeks, zoals elkaar allemaal klef in de armen vallen. Het is juist een hele moeilijke opdracht. De opdracht om je open te stellen voor de ander, je kwetsbaar op te stellen en zo ook je eigen waarden en identiteit te bevragen. Juist nu is dat heel erg moeilijk in een cultuur waarin mensen op sociale media en in de politiek gericht zijn op winnen en de tegenstander vernietigen.

De crisis, de polarisatie, corona – ze maken volgens Heijne opnieuw actueel wat Martin Luther King en Nelson Mandela deden toen zij met een vergelijkbare opdracht kwamen in tijden van extreme polarisatie. Het heeft zin om na te denken over hoe moeilijk de weg was die zij gingen. Het heeft geen zin om oppervlakkig te dwepen met leiders die symbolen werden. Men moet doorvoelen wat die mannen deden.

Juist nu kun je zeggen: ‘Ok, ik moet het doen met wat er is.’

Heijne citeerde als atheïst in zijn boek Mens/Onmens en tijdens het gesprek ook Jezus en diens Bergrede. ‘De Bijbel is literatuur, een boek, waar heel veel interessante dingen in staan.’ De boodschap die Heijne uit de Bergrede haalt luidt: Maak het je niet gemakkelijk, conformeer je niet in het afwijzen van de ander. Wie de moeilijkste weg gaat, krijgt het meeste inzicht in het leven, leeft het meest echt: een pleidooi dus voor zelfverlies dat je meer mens maakt. Ofwel: Een opdracht tot broederschap die tot zelfreflectie leidt.

Corona zou ons daarbij kunnen helpen, meent Heijne. Nu alle gerieflijkheden niet meer vanzelf spreken. Nu we in lockdown worden teruggeworpen op onszelf. Nu heel veel niet kan en frustratie en depressiviteit op de loer liggen. Juist nu kun je zeggen: ‘Ok, ik moet het doen met wat er is.’

Corona als filosofische uitdaging

Je kunt gaan nadenken over wat je werkelijk mist van wat je voorheen deed. In die zin is de coronacrisis een mooie filosofische uitdaging. In die zin zou zelfs een revolutionair moment kunnen aanbreken. Als we bereid zijn op een andere manier naar onszelf en de samenleving te gaan kijken. Als we erkennen dat we dingen aan het verliezen zijn. Als we inzien dat we ons moeten verhouden tot die nieuwe samenleving. Die anders, duurzamer en meer divers is dan de oude levenswijze waaraan we angstvallig hechtten.

Daarin ligt de opdracht tot broederschap. Een uitdaging die - als we hem zouden aannemen – kan leiden naar een Nieuwe Werkelijkheid. Maar of dat gaat gebeuren… ‘Scepsis is my middle name’, zei Heijne.