Ontwikkeling en flexibiliteit in je werk: leuk, maar liever een vast contract
De meeste werkenden hebben een sterke behoefte aan een vast contract (94%). En die behoefte speelt het meest bij uitzendkrachten. Dit blijkt uit een onderzoek dat Paul de Beer presenteerde tijdens het jaarlijkse congres van de uitzendbranche (ABU).
Op maandag 13 mei jl. nam ik deel aan het ABU: een congres van de uitzendbranche. Het ging er die middag om wat van waarde is in je werk en, in het bijzonder, wat de waarde is van uitzendwerk. Hoe kan de uitzendbranche toegevoegde waarde leveren? Aan uitzendkrachten, aan werkgevers en aan de maatschappij? Het congres werd georganiseerd in het Louwman museum in Den Haag. Onder leiding van de dagvoorzitter Marijke Roskam werden er nieuwe inzichten, cijfers en ervaringen met de deelnemers gedeeld. Er waren verschillende sprekers, waaronder minister Wouter Koolmees van SZW en Paul de Beer (professor arbeidsrecht en socialezekerheidsrecht aan de UvA).
Liever zekerheid dan flexibiliteit en ontwikkeling
Uit het grootschalige onderzoek dat De Beer hield onder werkenden blijkt dat het overgrote gedeelte van de ondervraagden (94%) de voorkeur geeft aan een vast contract. Bovendien leidt een vast contract tot een hoge intrinsieke motivatie. Deze behoefte aan een vast contract speelt bij alle leeftijdscategorieën. Terwijl toch de laatste jaren het idee ontstaat dat werknemers juist behoefte hebben aan meer flexibiliteit en inzetten op ontwikkeling, wat zou betekenen dat ze zich minder bekommeren om een vast of tijdelijk contract. Het onderzoek toont echter het tegendeel.
Bij uitzendmedewerkers zou je verwachten dat zij minder behoefte hebben aan een vast contract, maar ook dat spreekt het onderzoek tegen. Bij de ondervraagde uitzendwerknemers heerst een vergelijkbaar beeld aan dat bij andere werkenden, zij het dat hun intrinsieke motivatie veel lager is. Zij hebben namelijk doorgaans geen vast contract, maar zouden dit wel graag willen. ZZP-ers daarentegen hebben een heel hoge intrinsieke motivatie, maar daar speelt weer mee dat zij bij arbeidsongeschiktheid (al is het tijdelijk) niet verzekerd zijn en inkomen mislopen.
Het dilemma (en het antwoord?)
Werkgevers willen meer flexibiliteit, werknemers willen meer zekerheid. Hoe kunnen we deze tegengestelde belangen overbruggen? Paul de Beer komt met twee voorstellen om het dilemma van vast- versus tijdelijk contract op te lossen, evenals de problematiek van ZZP-ers:
- Invoering van de Algemene Arbeidsongeschiktheid Verzekering zoals we deze eerder hadden in Nederland voor alle werkenden (wat vooral gunstig is voor ZZP-ers);
- Invoering van het uniforme contract voor onbepaalde duur voor elke werknemer. Naarmate je als werknemer langer in dienst bent nemen je rechten en arbeidsvoorwaarden toe. Het enige dat je niet precies weet is hoe lang je contract duurt. Hierdoor vervalt het onderscheid tussen een vast- en tijdelijk contract.
Een interessante gedachtegang die zeker verdere verkenning behoeft. Werkgevers willen meer flexibiliteit, maar werknemers willen een vaste baan. Wat impliceert deze tegenstrijdigheid voor de arbeidsmarkt? EMMA gaat de komende tijd op zoek naar antwoorden om deze impasse te doorbreken door zelf op zoek te gaan naar passende antwoorden.