‘Los gewoon de problemen in het onderwijs op, doe er iets aan’ (verslag)
Hoofdafbeelding
Economiedocent en columnist Ton van Haperen pleit voor een reset in het basis- en voortgezet onderwijs. ‘Iedereen wil het beste voor onze jeugd, maar het niveau op de scholen daalt al decennia en het tij is maar niet te keren. Er is maar één oplossing: stuur alle schoolbesturen naar huis, schaf de lumpsum af die scholen feitelijk privatiseerde, en breng het onderwijs weer direct onder beheer van Den Haag’, aldus Van Haperen. Vrijdag 16 april vertelde hij in de Tussenruimte de achtergronden van zijn pleidooi in de achtste aflevering van de serie Nieuwe Werkelijkheid, en de tweede nazit van de Volkskrant-serie Heilige Huisjes.
Van Haperen is geen onbekende in onderwijsland. Al jaren pleit hij voor een rigoureuze omwenteling. Nu adviseert hij het komend kabinet nu echt eens werk daarvan te maken. ‘Als ze mij vragen, zeg ik geen nee’, reageerde hij glimlachend op een van de kijkersvragen van de Tussenruimte of hij beschikbaar is als onderwijsminister. ‘Maar er zijn anderen die daarvoor uiterst geschikt zijn, zoals de hoogleraar Klaas van Veen. Mijn rol is meer die van signaleren, analyseren en bekritiseren.’
Financiële constructie
Kritiek heeft hij onder meer op de constructie van schoolbesturen in Nederland. ‘Ik verbaas mij erover dat wij in Nederland het onderwijs aan schoolbesturen overlaten. In andere landen die ons vaak als voorbeeld dienen, zoals Finland, regelt de staat het onderwijs. Maar hier is de infrastructuur met onderwijsbesturen die er in Nederland vanwege de ouders en de vrijheid van onderwijs al was, als financiële constructie misbruikt. En dat onder het mom dat meer autonomie en een vast budget leuker en beter zouden zijn voor leraren.’
‘Ik heb niets tegen bestuurders als mensen, maar tegen de constructie waartegen ook zij niets kunnen doen. Zo had ik afgelopen vrijdag nog een gesprek met de voorzitter van ons schoolbestuur. Hij liet zich ontvallen dat we het eigenlijk best goed doen. Ik zeg ook nergens dat dat niet zo is, alleen zorgt dat goed doen of goed organiseren niet voor betere schoolresultaten van de kinderen. Om dat te veranderen, is duidelijk iets anders nodig: namelijk centrale sturing vanuit de overheid.’
Dit mechanisme is leraar-vijandig en het lerarentekort een gevolg van slecht beleid. In deze constructie wordt de leraar vooral als kostenpost gezien en slecht betaald.
Kritisch leren denken
Kinderen leren volgens Van Haperen steeds minder op school en steeds meer leraren hebben minder plezier in werk. ’Als een leraar plezier heeft en goed is in zijn werk, leren kinderen meer. Het is dus van groot maatschappelijk belang dat kinderen meer op school leren. Dat is eerlijk tegenover het kind dat weinig van huis uit meekrijgt, goed voor de cohesie in een samenleving en dus beter voor ons land en uiteindelijk voor de wereld. We moeten onze kinderen op school kritisch leren denken en goed leren samenwerken. Dat begint bij goed vakinhoudelijk onderwijs dat politiek moet worden vastgelegd en ontwikkeld moet worden door experts. Dus laten we, net als bij een slechte relatie, met de huidige constructie breken en opnieuw beginnen.’
Weg met lumpsum
‘Een van de grote oorzaken van dit mechanisme is de lumpsum, de financiering van het onderwijs. Die moeten we meteen afschaffen. De Nederlandse overheid heeft destijds problemen met de onderwijsbegroting opgelost door elk schoolbestuur geld te geven. In ruil daarvoor krijgen zij beleidsautonomie en zijn ze verantwoordelijk voor het onderwijs. Dit mechanisme is leraar-vijandig en het lerarentekort is een gevolg van slecht beleid. In deze constructie wordt de leraar vooral als kostenpost gezien en slecht betaald. Wat mij betreft, schaffen we de lumpsum af en komen de beloningen van leraren weer in ambtenarenschalen Op het moment dat de leraar zich ontwikkelt en dus meer kennis en vaardigheden naar school meeneemt, gaat hij of zij ook meer verdienen. Dat moet bijna een automatisme zijn.'
Wat mij betreft, schaffen we de lumpsum af en komen de beloningen van leraren weer in ambtenarenschalen.
Vervang minimum door maximum
‘Er moet een serieuze revolutie in onderwijsland plaatsvinden. De negatieve spiraal moet uit het onderwijs. Het defaitisme in scholen houdt nu jaren aan en verziekt de cultuur. Als we nu eens niet in kosten denken, maar in opbrengsten, dan gaan we heel anders tegen het onderwijs kijken. De leraar moet het gevoel hebben dat het beter wordt, maar het wordt niet beter. Je hebt in je leven successenervaring nodig, terwijl je nu op middelbare scholen alleen maar gejammer hoort. Hoe is het mogelijk dat er steeds meer geld naar het onderwijs gaat, terwijl klassen niet kleiner worden? Als je klassen tot maximaal 24 leerlingen hebt, is het probleem zo opgelost.’
‘De overheid zegt: willen we niet. Bestuurders doen het niet. Maar ik zeg: stel een maximum in, geen minimum, en denk niet in gemiddelden. Minder kinderen in de klas, betekent meer aandacht per kind. Je hoeft geen hogere wiskunde te kennen om te weten dat het dan ook beter met het onderwijs gaat.’
Er moet een serieuze revolutie in onderwijsland plaatsvinden.
Kritische geluiden
Op de vraag van een van de deelnemers waarom leraren zich niet uitspreken over dit onderwerp, antwoordde Van Haperen: ‘Leraren denken vaak dat ze zich niet mogen uitspreken. Volgens mij mag dat wel, vooral als je te maken hebt met een beter georganiseerd bestuurd. Maar niet overal kan dat. Kijk maar naar Paula van Manen die op een ROC ontslagen werd vanwege haar, volgens mij overigens vrij brave, boekje ‘Wanneer krijgen we weer les’. Of aan de lerares die tweette dat haar lessen door studenten worden overgenomen, dat nooit van haar bestuur had mogen zeggen en nu aan het einde van dit schooljaar weggaat. Op het moment dat we steeds meer die kant opgaan en alle kritiek wegzuiveren, worden we nooit beter.’
Verlengde brugklas
Van Haperen ziet ook lichtpuntjes in onderwijsland. Zo noemt hij het plan van de Onderwijsraad om voor een langere brugklasperiode van drie jaar te gaan, ‘sympathiek’, maar geen oplossing. ‘We hebben in feite met de mavo en havo al een middenschool.’ En ziet hij de ervaringen met digitaal lesgeven en videobellen als positief. ‘Zo wil ik ook na corona vaker videobellen met mijn (mentor)leerlingen.’ Tegelijkertijd ziet hij vooral heil in andere zaken die nu geregeld moeten worden, zoals het al door hem genoemde ‘meer leren op school’ en leraren die zich daarvoor verantwoordelijk voelen. ‘Daar moeten we de komende jaren de focus op leggen’, aldus Van Haperen.
Meedenken in plannen
De meeste van de ruim honderd deelnemers aan deze aflevering van de Tussenruimte zien graag dat Ton van Haperen zijn ideeën voorlegt aan het ministerie van Onderwijs. Tegelijkertijd vinden ze het een goed plan als hij met een aantal experts die ideeën verder gaat uitwerken. Wie daarin wil meedenken, kan zich per e-mail aanmelden via presentator Bas Mesters van de Tussenruimte: mesters@emma.nl.