Het onderwijs staat al jaren onder druk. Van lerarentekorten, vertragingen door corona tot financiële uitdagingen. Terwijl een goed functionerend onderwijssysteem van cruciaal belang is - nu en in de toekomst. Wat moet er veranderen? EMMA vraagt het aan mensen die met beide benen in het onderwijs staan. ‘Hoe creëer je een plek waarin leraren kunnen werken aan verbetering en vernieuwing van het onderwijs?’

 

Richting geven

Kimon Moerbeek is hoofd Beleid en Beroepsorganisatie bij de Algemene Onderwijsbond (AOb). Het is geen toeval dat Moerbeek in het onderwijs is beland. Hij komt uit een echt onderwijsnest. ‘Leraren hebben één van de belangrijkste beroepen. Daar is vrijwel iedereen het over eens’, zegt Moerbeek. ‘Met veel familieleden werkzaam in het onderwijs heeft het mij vanuit sociologisch oogpunt altijd geïnteresseerd wat die rol van de leraar precies inhoudt.’

Na een carrière bij Kennisland werkt Moerbeek inmiddels bijna een jaar bij de AOb. De AOb is, als vakbond maar ook als beroepsorganisatie, de belangenbehartiger van het onderwijspersoneel. Zowel onderwijsinhoudelijk als arbeidsvoorwaardelijk. Moerbeek: ‘Met 80.000 leden zijn we de grootste onderwijsdenktank van het land. Wij brengen veel kennis en ervaring samen, maar de potentie daarvan wordt nog niet altijd gezien. Met 80.000 mensen kan je echt richting geven in het onderwijsveld.’         

Intrinsieke motivatie

Hoe kan de stem van de leraren dan beter gehoord worden? Moerbeek vindt dat leraren moeten worden aangesproken op hun intrinsieke motivatie. ‘We moeten zorgen dat leraren weer meer eigenaarschap krijgen over het onderwijs. Zij moeten de architecten zijn’, licht Moerbeek toe. ‘Bij veel leraren merk je al snel frustratie als het over de organisatie, het landelijk beleid en de regeltjes gaat. Zij houden zich er vaak verre van. Ze willen juist wel graag aan de ontwikkeling van het onderwijs werken. Maar daar hebben ze vaak weer niet de middelen en de tijd voor. Ik vraag mij af: hoe kunnen we dat veranderen? Hoe kunnen we leraren meer aan het roer zetten?’

Dat vraagt ook inzet van de leraren, licht Moerbeek toe. ‘Leg de vraag eens bij leraren neer: Wat wil jij veranderen aan jouw school? En aan de manier waarop jij lesgeeft? Ik wil van de leraar een veranderaar maken, in haar of zijn eigen werkomgeving. Maar ook een professional die meer impact heeft op het onderwijsbeleid en alle ontwikkelingen in het veld. Want niemand kent de situatie in het klaslokaal of de omstandigheden van de leerlingen beter dan de leraar.’

Uitdagingen

Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan, merkt ook Moerbeek. Er zijn een hoop uitdagingen waar het onderwijs mee kampt. ‘Ik maak mij soms wel zorgen, ja’, zegt Moerbeek. ‘Veel gaat mis bij de basis, bij de kaders die wij met elkaar scheppen voor het onderwijs. Zo neemt de grip die commerciële partijen krijgen op het onderwijsveld alleen maar toe. Dit laten we met elkaar gewoon gebeuren omdat we geen andere oplossing zien. Maar het is natuurlijk van de zotte: de kennis en mensen moeten ín de scholen aanwezig zijn, niet extern worden ingehuurd. Dat is slechts een tijdelijke pleister.'

Het AOb wil structurele verbeteringen, met structurele investeringen. Moerbeek: ‘Die basis moet op orde. Het leraren tekort lossen we niet op door tijdelijke inhuur, maar door betere werkcondities, hogere salarissen, vaste contracten en goed opgeleide bevoegde leraren voor de klas die de ruimte krijgen om aan onderwijsontwikkeling te werken. Kortom, maak er een ijzersterk beroep van. Geef uren die passen bij de werkzaamheden. Daarnaast vallen veel studenten op de PABO tijdens hun studie uit, of in het eerste jaar dat ze voor de klas staan. Dat moeten we ook aanpakken. Het betrekken van de beroepsgroep, via de AOb, kan hierbij helpen.’

High five

Moerbeek verwacht meer inzet van de politiek, het ministerie van OCW en gemeenten. ‘Betrek leraren. Geef ze een rol, en vertrouwen. Er is daarin meer mogelijk dan vaak gedacht wordt’, ziet Moerbeek. ‘Maar ik heb die verwachtingen ook van de leraren zelf. Het zit wellicht in de lerarencultuur om je af te zetten tegen het systeem, om een argwanende houding te hebben richting Den Haag. Maar juist door samen te werken kunnen we echt van betekenis zijn om dat systeem te verbeteren.’

‘We kennen allemaal de vuist van de vakbond, maar met de andere hand moeten we ook high fives uitdelen wanneer dingen goed aan. Alleen dan kan de leraar zich ontwikkelen tot de ware architect van het onderwijs.’

 

Gemaakt door
Foto van Veerle Hessels. Veerle is een witte vrouw met stijl bruin haar wat naar achteren is opgestoken. Ze heeft blauwe ogen en lacht in de camera. Ze draagt een donkerblauwe blouse met witte en rode stippen.

Veerle Hessels

creatieve strateeg – doorpakker – nieuwe ideeën
Bestuur en Democratie

EMMA-nieuwsbrief

Altijd op de hoogte?