De Tussenruimte is een sociaal lab, een podium voor onafhankelijk debat en dialoog in Den Haag.

naar de tussenruimte

Zonder psychisch lijden kun je niet leven. 'Het is ons vermogen om met gevoelens te reageren op onze omgeving.’ Psychiater Jim van Os is een pionier in zijn vak. Zijn kijk op psychisch lijden is vernieuwend. Hij was op 12 april 2023 te gast in de vierde aflevering van Tussenruimte-serie ‘Mens-zijn in de ontzielde systeemwereld’. Het werd een rijk gesprek met een actieve zaal. Over wat psychisch lijden is, waarom zoveel meer jongeren er last van hebben en wat er aan te doen.

Bekijk deze aflevering van de Tussenruimte

 

Psychiater Jim van Os
Jim van Os is hoogleraar psychiatrie en voorzitter van de Divisie Hersenen van het Universitair Medisch Centrum Utrecht. Hij verdiepte zich in transculturele psychiatrie en in beperkende effecten van labelen en diagnostiseren volgens het DSM-systeem. Van Os is mede-initiatiefnemer van de breed gesteunde beweging ‘De Nieuwe GGZ’. Hij is gasthoogleraar aan het Institute of Psychiatry van het King's College te Londen, waar hij in 2016 werd benoemd tot King's College Fellow. En hij is hoofdauteur van de bundel Wij zijn God niet, een pleidooi voor meer gelijkwaardige relaties in de geestelijke gezondheidszorg.

Hieronder het gesprek samengevat in uitspraken van Van Os die bleven hangen:

  • Een goede psychiater moet vooral bescheiden zijn en niet te veel geloven in wat voor kennis doorgaat in zijn vak.
  • Mensen zullen bij psychisch lijden over de tijd het meeste werk zelf moeten gaan doen, waarbij psychiater een belangrijke rol kan hebben en zich niet moet opstellen van: Ik ga je fixen.
  • Zonder psychisch lijden kun je niet leven. Je moet negatieve gevoelens kunnen ervaren, want anders kun je niet leren. Dus psychisch lijden is onderdeel van het mens-zijn. Namelijk: ons vermogen om met gevoelens te reageren op de omgeving. Dat is de origine van psychisch lijden en van ons bewustzijn. Wij voelen ons naar het bewustzijn. We zijn voortdurend bezig te anticiperen op de toekomst en die gevoelens zijn nuttig . Als ik een ‘foute boel’- gevoel krijg, ga ik me terugtrekken. Als ik een positief gevoel krijg, ga ik er op af. We zijn dus voortdurend bezig de toekomst te voorspellen op basis van onze gevoelens en terwijl we dat doen zijn we in die wereld en ervaren we dat we in die wereld.
  • Opgroeien is dat je je over de tijd leert te verhouden tot jezelf, tot je gevoelens, tot je lichaam, tot de ander en tot je existentie in het algemeen. Dit is het werk dat we moeten doen tijdens onze ontwikkeling. Het instrument dat we hebben om dit werk te doen is ons bewustzijn. Maar we begrijpen ons bewustzijn niet. Tegelijkertijd is het bewustzijn de plek waar psychisch lijden plaatsvindt.
  • Bewustzijn kun je je proberen voor te stellen: Het is eigenlijk hoe de wereld tot je komt via je zintuigen, oren, ogen, reuk enz. Voordat je je een beeld gaat maken van hoe die wereld die via je zintuigen binnenkomt er uit ziet is er een onderhandeling. Al die signalen komen namelijk tegen wat je al aan herinneringen hebt. En op basis van die herinnering ga je die nieuwe binnengekomen informatie kneden en smeden tot het je persoonlijk beeld wordt. Die onderhandeling is heel persoonlijk. En ziet er heel anders uit als je een roze jeugd hebt gehad dan wanneer je een getraumatiseerd leven hebt gehad. Uit die onderhandeling ontstaat een gevoel: boosheid, verdriet, vrolijkheid. En dat gevoel dat uit die onderhandeling ontstaat is de ping waardoor we ons bewust worden van onszelf, en dat we ervaren dat we ervaren. Ons bewustzijn is het resultaat van het gevoelssignaal dat je de hele dag krijgt door die onderhandeling tussen signalen van buiten en je herinnering.
  • Over psychisch lijden en tijd: Mensen die terecht komen in een dip en er niet uit komen die hebben het gevoel dat de tijd is afgelopen en er geen toekomst meer is. Je krijgt een gevoel van hopeloosheid, toekomstloosheid dat enorm aan je kan knagen.
  • Over psychisch lijden en ruimte: Mensen zeggen letterlijk dat ze zich bewust worden van het ruimtelijke aspect van mentale ruimte, doordat ze psychisch lijden. Ze zeggen bijvoorbeeld: Er zit een grote zwarte hond in mijn mentale ruimte. Je krijgt het gevoel van ruimte door de impressie dat het gevuld is met iets negatiefs.
  • Onze definitie van gezondheid is veranderd. Was het vroeger de afwezigheid van ziekte. Nu is het betekenisvol je ding kunnen doen en een zinvol bestaan ervaren.
  • Over psychisch lijden en de jeugd: Van 2010 tot nu heeft er volgens wetenschappelijk onderzoek bijna een verdubbeling plaatsgevonden in diagnostiseerbaar psychisch lijden bij jongeren van 18 tot 35 jaar. Dat is bijna schokkend. Het komt niet doordat hun brein of genetica is veranderd, maar door de omgeving, de context.
  • Veel jongeren die lijden geven aan: ‘Deze wereld gaat nergens naar toe.’ Daarnaast zijn ze opgegroeid in een wereld waarin je leert dat je een beeld van jezelf naar buiten moet brengen van perfectie, schoonheid, maakbaarheid en geluk, en dat je het gaat maken in de neoliberale samenleving (…) Ze hebben daarbij voortdurend het gevoel: ‘Ik ben niet goed genoeg.’ En dat doet wat met je ziel. Dat is een van de belangrijkste redenen voor die dramatische stijging van mensen die aangeven dat ze ongelukkig zijn.
  • Over secularisering en de gevolgen ervan: We weten uit onderzoek dat in samenlevingen die door religie meer verbonden zijn minder sprake is van suïcide. In Italië en Spanje leven mensen langer, er is minder psychisch lijden en minder suïcide. De lijntjes waarmee mensen vanuit traditie verbonden zijn bestaan nog. Wij zijn veel nucleairder geworden.
  • Het belang van religie is niet alleen dat je samen een overtuiging hebt, maar ook dat je een moreel kompas, en transcendentie en mystiek ervaart, waarvan we weten dat ze enorm bijdragen aan psychische weerbaarheid. Gezamenlijke verhalen maken mensen weerbaar. Als je dat verhaal weghaalt, maak je mensen kwetsbaar. Wat we nodig hebben is weer een manier vinden om samen een verhaal te maken over wie we zijn en wat de betekenis is van onze samenleving.
  • Als een overheid geen visie heeft op dit verhaal dan moeten wij dit bottom-up samen maken. Een verhaal over mens-zijn: hoe wij ons tot elkaar verhouden. We snakken er allemaal naar om verbonden te zijn.
  • We zouden het nationale groeifonds waar veel geld in zit voor wetenschappelijke vernieuwing anders moeten besteden. Nu gaat het naar kanker- en hart- en vatenonderzoek en genetisch onderzoek, maar waar is het geld voor sociale vernieuwing? Zoals geld voor sociale behandeling van dementie, waarbij je je niet richt op hersenenonderzoek, maar op het stutten en steunen met medemenselijkheid?
  • Leer mensen in die sociale vernieuwing dat je in je bestaan bezig bent om te leren je te verhouden tot de ander en dat pijn daarbij hoort. Leer mensen hoe ze daarin weerbaar kunnen zijn.
  • Het punt is dat in een wijk op heel veel plekken mensen werken aan psychisch lijden, maar al die mensen kennen elkaar niet. Ze werken niet samen. Dat leidt tot verspilling. Verzorgers proberen patiënten bij zich te houden. Iedereen werkt langs elkaar heen en dat leidt tot fragmentatie van de zorg.
  • Het is tijd voor cocreatie in de zorg, samen met de patiënt. Leer mensen dat je in je bestaan bezig bent te leren om je te verhouden tot de ander en dat die pijn daarbij hoort. Leer mensen hoe je daarin weerbaar kunt zijn. Gebruik daar het groeifonds voor.

Liever luisteren dan lezen? Beluister de podcast op Spotify