Het gezicht van de Iraans-Koerdische Mahsa Amini staat voor veertig dagen protest. Ze werd op 13 september gearresteerd. Omdat ze haar hijab niet netjes droeg, pakt de politie haar op en mishandelt haar. Ze sterft in het politiebureau.

En ineens, al weken nu, demonsteren tienduizenden mensen tegen de corrupte, onderdrukkende, vermolmde theocratie. Tegen Ali Khamenei, de Opperste Leider, de naam en het gezicht van wat weg moet. “Dood aan de dictator!”, scanderen betogers, net als tijdens de Islamitische Revolutie van 1979.

Geleidelijk, en dan plotsklaps

Ernest Hemingway schrijft dat dictaturen vallen zoals ondernemingen failliet gaan: geleidelijk, en dan plotsklaps. Er wordt al lang tegen de ayatollahs gedemonstreerd. Ook nu schiet de oproerpolitie met rubber, scherp en traangas. Scholen en universiteiten moeten dicht, vanwege de ‘verspreiding van de griep’.

Maar de schaal van de protesten is groter. Ze duren al langer dan ooit sinds de sjah in 1979 werd weggebonjourd. De afgelopen weken demonstreren mensen van ‘all walks of life’. Ze vragen niet meer om hervormingen, maar om het einde van een tijdperk. Vrouwen trekken hun hoofddoek af. Ze zijn er als altijd, maar onbedekt: herkenbaar en kwetsbaar voor de toorn van de overheid, op straat, in de metro, op social media. “Zan, zindiqi, azadi!” De duizenden gezichten van een revolutie-in-de-maak.

Namen en gezichten

Mensen hebben namen en gezichten. Dat maakt ze herkenbaar en wie ze zijn. In het noemen van namen, het laten zien van gezichten schuilt kwetsbaarheid en kracht, gevaar en veiligheid. Sinds de eerste Wet op de registratie uit 1811 schrijft de overheid in Nederland namen op. In ruil voor het registreren, beschermt de overheid burgers in hun persoonlijke levenssfeer. Dat is de deal.

Herkenning en registratie plaatsen overheid en burger in relatie tot elkaar. Mensen maken zich bekend en controleerbaar, terwijl de overheid voor veiligheid zorgt. Dat sociale contract staat altijd onder druk. Het gaat geregeld mis, op allerlei plekken in de wereld. In autocratische regimes vaak met veel geweld, sluipend en bedekt in democratieën met een keurige belastingdienst.

Hoe veilig ben ik?

Hoe veilig ben ik, vragen mensen aan overheden, die hun namen en gezichten kennen. Hoe terecht dat is, begrijpt iedereen. Tegelijkertijd gebruiken mensen hun namen en gezichten op sociale media. Om uit te komen voor wat zij vinden. Om te protesteren en in opstand te komen. Om met gelijkgestemden kritische massa te maken. Of gewoon omwille van een mening, omdat iemand iets vindt, omdat het kan of leuk is.

Hoe veilig ben ik, vragen we dat wel genoeg aan elkaar? Daar waar de overheid weinig kan. Maar mensen elkaar wel exposen  en doxen – argeloos of met kwade bedoelingen. Te kijk zetten om te lachen, aan de schandpaal nagelen om echt pijn te doen: dat is nooit onschuldig! Omdat je iemand kwetst én omdat je iemand slachtoffert aan zijn eigen nabije omgeving die er ook graag bij wil horen.

Namen en gezichten zijn kwetsbaar. En zo krachtig ook. Want het enige dat je kunt doen als je exposed bent, is laten zien hoe je heet en wie je echt bent. Iemand die leeft, dingen doet en soms een eigen kleine revolutie maakt. Hoe begrijpelijk de reflex is om je te verstoppen, probeer het niet te doen! Net als veel vrouwen en mannen in Iran: alleen als je durft laten zien wie je bent, kun je je veilig weten. Want zoals Neeltje Maria Min dicht: ‘Voor wie ik liefheb, wil ik heten.

Hans Moors

Gemaakt door
Foto van Hans Moors. Hans is een witte man met wit haar en blauwe ogen. Hij heeft een kort baardje en draagt een bril. Hij heeft een overhemd aan dat crèmekleurig is met een bloemenmotief.

Hans Moors

filosoof en historicus - scherp en encyclopedisch - partner EMMA
Zorg en Sociaal domein
Veiligheid en Criminaliteit