De #MeToo discussie bevestigt aloude aangeleerde rolpatronen en dat is ‘kwalijk’, vindt Peter Leusink, huisarts, seksuoloog en hoofdredacteur van het Nederlandse Tijdschrift voor Seksuologie. ‘Mannen zijn nou eenmaal zo’ is een van de drie #MeToo-mythes waar Peter zich aan stoort.

Mythe 1: #MeToo was een hype

#MeToo wordt wel eens weggezet als hype. Dat is volgens Peter onzin: “#MeToo raakt aan een essentieel machtsverschil dat zich al honderden jaren afspeelt tussen mannen en vrouwen. Het ongenoegen daarover komt telkens op een andere manier tot uiting. Hoewel de manier waarop dat nu gebeurde (via sociale media) relatief nieuw is, is het onderliggende gegeven allesbehalve een bevlieging.”

Mythe 2: Seks is onmiddellijk: het ‘overkomt’ ons

“Seks is niet per se van nature spontaan,” zegt Peter. In kritiek op de #MeToo discussie wordt vaak het frame gebruikt dat seks nou eenmaal gebeurt, dat het ons overkomt en dat we er weinig of geen invloed op hebben. Alsof in het vuur van het spel alles zou mogen en het niet meer leuk is als we daaraan tornen.

“Seks is ook een vorm van communicatie, waarbij er twee partijen zijn en dus ook twee verantwoordelijken.” De Consent-app uit Zweden vindt hij te ver gaan. Maar dat er over consent gesproken wordt, ook binnen relaties, vindt hij een goede ontwikkeling. 

We moeten jongens leren met hun gevoelens en onzekerheden om te gaan

Mythe 3: Boys will be boys

Getalsmatig gezien zijn mannen meestal dader, en vrouwen slachtoffer. “Maar dat betekent niet dat mannen ‘nou eenmaal zo zijn’”, zegt Peter. “Het gedrag is aangeleerd. Ik ontken niet dat mannen seksualiteit anders beleven dan vrouwen, maar hoe mannen en vrouwen zich tot elkaar verhouden is een cultureel gegeven, niet biologisch.” 

Die cultuur zie je al op jonge leeftijd terug: “Al op het schoolplein zie je hoe stereotypen en rolpatronen worden aangeleerd, overgenomen, en versterkt. Als een jongen een meisje plaagt hoor je: ‘zo zijn jongens nou eenmaal.’” Zo worden jongens bevestigd in hun gedrag en wordt meisjes geleerd dat te accepteren. 

Help de mannen

Volgens Peter moeten we ons, als we echt wat willen veranderen, richten op mannen en jonge jongens. “Mannen moeten  aangesproken worden op hun grensoverschrijdend gedrag. En we moeten jongens leren met hun gevoelens en onzekerheden om te gaan.”

Het is lastig dat mannen geen directe hulpvraag hebben. “De afgelopen jaren is vooral geïnvesteerd in weerbaarheidstraining voor meisjes en vrouwen. Zij ervaren ook direct het probleem. Maar eigenlijk denk ik dat mannen ook vragen hebben. Jongens hebben dezelfde onzekere gevoelens als meisjes waar het bijvoorbeeld om een startende seksuele carrière gaat, alleen leren ze er op een andere manier mee omgaan.” 

Naast de weerbaarheidstrainingen voor meisjes, stelt Peter dus ook lessen en trainingen voor jongens en mannen voor. Wie moet dat oppakken? En komt seksueel grensoverschrijdend gedrag inderdaad voort uit onzekerheid van mannen en jongens? Moeten we hen op hun gedrag aanspreken, en leren met hun gevoel om te gaan? En hoe doen we dat dan, met impact? We spraken erover met Peter en twee andere experts op 8 oktober in de Tussenruimte.