Van oplopende spanningen tussen wijkbewoners tot ontwrichtende maatschappelijke discussies. Polarisatie kent vele gedaantes. Het is zichtbaar op het internet en wordt tegelijkertijd erdoor beïnvloed. Doorgaans is het streven om polariserende uitingen te ‘dempen’, maar dat krijgen we met wisselend resultaat voor elkaar. Hoe krijg je meer zicht op het krachtenveld achter online polarisatie? En waar liggen eventuele kansen om het tegen te gaan?

EMMA bracht onlangs professionals uit het veld samen met eigen experts om te leren van twee innovatieve projecten over online polarisatie: #bridging en Defect Then Act, die zich focussen op deze vragen. Hieronder de leerpunten van de sessie.

Voordat de discussie en leerpunten worden behandeld is het van belang om te weten wat polarisatie is. Denken in wij-zij tegenstellingen: dat is de kern van polarisatie. Mensen delen onze samenleving daarbij als het ware op in twee polen (je eigen groep en ‘de ander’) en een minder gedefinieerd ‘stil midden’. Daarbij stellen we ons voor dat die beide polen zich onderscheiden in gedrag, uiterlijk, of denkbeelden. En dat ze bovendien hechte gemeenschappen vormen, ondanks dat het feit dat veel van de deelnemers aan zo’n groep elkaar niet of nauwelijks kennen of zelfs maar zien.

We zien wij-zij tegenstellingen ontstaan op basis van tal van kenmerken. Zoals etniciteit of ras (wit versus zwart), religie (islam versus christendom), gender (man versus vrouw), of seksuele voorkeur (hetero versus homo). Maar ook op basis van locatie (stad versus platteland), politieke voorkeuren (links versus rechts), inkomen (rijk versus arm) of opleidingsniveau (hoog versus laag). Wij-zij denken maakt die veronderstelde en beleefde tegenstellingen tussen groepen doorgaans haast als vanzelf groter. En zorgt binnen die beide polen voor een neiging tot ‘radicaliseren’ (extremere vormen aannemen) en een zoektocht naar aanwas vanuit het ‘stille midden’.

Kenmerken van polarisatie
Polarisatie kenmerkt zich bovendien door het gelijktijdig vormen van een sterk positief beeld van de eigen groep en een negatief beeld van een ‘gehate’ ander (in-outgroup-perspectives). Polarisatie draagt zo bij aan het verdedigen en daarmee (evolutionair) helpen ‘overleven’ van de eigen groep. Net zoals angst helpt om gevaar te ontwijken, woede helpt om weerstand te bieden tegen geweld, en walging helpt om ziekte te voorkomen.

Polarisatie heeft vele gedaanten. Ze manifesteert zich bijvoorbeeld op lokaal niveau in spanningen tussen inwoners van wijken en dorpen. Rond zaken als zwerfvuil, hangjongeren, of verkeersveiligheid. Daarnaast zien we polarisatie rondom diverse complexe maatschappelijke vraagstukken als energietransitie, klimaat, integratie of de vluchtelingenproblematiek.

Polarisatie heeft vele gedaanten

Polarisatie benaderen we vaak als een negatief en te bestrijden fenomeen. Omdat het bijvoorbeeld leidt tot ongewenste segregatie van groepen al dan niet in combinatie met gewelddadige conflicten. Toch kan polarisatie ook een indicatie zijn van een positieve maatschappelijke ontwikkeling. Immers, een versterkt positief zelfbeeld van een groep kan duiden op een emancipatieproces waarop ze voortgang boekt. Zo kan bijvoorbeeld de polarisatie rondom ‘zwarte piet’ worden gezien als een indicatie van een versterkt zelfbewustzijn en emancipatie van mensen van kleur.

Online polarisatie
Sinds eind jaren 90 heeft de ontwikkeling van het internet een grote vlucht genomen. Waar het accent eerst lag op het online ontsluiten van kennis, ontstonden gaandeweg steeds geavanceerder mogelijkheden tot interactie en het delen van content via allerlei sociale media. Steeds meer tijd besteden we aan het lezen van online nieuws en opinies, het reageren daarop, en het verder delen in eigen online sociale netwerken. Dat doen we op talloze sociale media platforms, nieuwssites, blogs en fora.

Onze online interacties vormen én reflecteren polarisatie. Het vormende aspect schuilt in de ‘positieve’ beelden van onszelf die we afzetten tegen negatiever geladen beelden van ‘de ander’. Die polariserende beelden delen we vervolgens vooral in onze eigen onlinekringen (waarvan de leden in veel aspecten op onszelf lijken) en in mindere mate in sociale netwerken die ver van ons afstaan (en waar leden op veel aspecten afwijken van onszelf). Door deze relatieve gelijkvormigheid en geslotenheid bestaat de neiging dat gedeelde gepolariseerde beelden zich verder versterken (in ‘echokamers’). Het reflecterende aspect schuilt in het feit dat de online conversaties die we voeren steeds vaker haat, minder feiten, meer meningen en een sterke ‘I-deology’ (focus op de ‘ik’) bevat. Daarmee vormen onze online conversaties een weerspiegeling van (offline) polarisatie (deels versterkt door de inzet van algoritmes en verdienmodellen van sociale mediabedrijven) en biedt het internet een steeds minder vruchtbare voedingsbodem voor ‘empathische’ gesprekken. Er is minder wederzijds begrip, minder verbinding en minder zicht op constructieve oplossingen.

We delen polariserende beelden vooral in onze eigen onlinekringen en in mindere mate in sociale netwerken die ver van ons afstaan

Online polarisatie is – daarmee – met recht een wicked issue te noemen. Niet voor niets zoeken steeds meer overheden, Ngo’s en kennisinstellingen naar strategieën om (online) polarisatie te verminderen en verbinding te vergroten. Daarvoor is het nodig om meer zicht te krijgen op de krachten die ten grondslag liggen aan online polarisatie, manieren om het tijdig te kunnen detecteren, en haalbare interventies om het te kunnen tegengaan. Hieronder een aantal interventies die daaromtrent zijn opgetogen.

De projecten

Project Detect Then Act: online haat tegenspreken via een dashboard
De Europese Unie financierde het project Detect then ACT (DTCT). Hierin staat de sociologische uitdaging centraal om mensen die getuige zijn van online haat (bystanders) te verleiden om daar tegenin te gaan (en daarmee upstanders te worden). Het project heeft de beschikking over een detectietool die hate speech vindt, classificeert, en ontsluit via een online dashboard. Gebruikers van het dashboard krijgen een groot aantal suggesties in zowel tekst als memes aangereikt om te reageren op de hate speech. Deze suggesties komen van een op AI-gebaseerd lerend systeem dat kijkt naar effecten van reacties op soortgelijke hate speech. De gebruikers van het dashboard zijn door DTCT geworven en getraind. Terwijl iedere trainer op diens beurt ook weer anderen trainde. Het project stimuleerde het gebruik van het dashboard door middel van vrij toegankelijke hate speech clinics en dashboard clinics en diverse onlinecampagnes zoals de succesvolle One day of Online Happiness. Meer informatie over de aanpak en resultaten van het project is te vinden op de projectwebsite van DTCT. Je kunt ook contact opnemen met Gijs van Beek van leadpartner Textgain.

Project #bridging
Het door NWO gefinancierde project #bridging focust op maatschappelijke discussies waarin verschillende generaties polariserende standpunten ten opzichte van elkaar inbrengen. Het project onderzoekt het effect van de inzet van empathie en perspective-taking zoals die door deelnemers aan gepolariseerde discussies wordt ingebracht. Daarbij kijken ze vooral naar het mogelijke effect van verbindende actoren of ‘mediators’ die via informeel leiderschap groepen actief proberen te verbinden en een vruchtbare middenweg zoeken. In het project zijn zichtbare veranderingen in online uitingen (woordkeuze, stijl, etc.) een belangrijke indicator voor dat effect. Het #bridging project omvat datagedreven onderzoek, lab- en veldexperimenten. En combineert discourse analyse, sociale netwerkanalyse en etnografisch onderzoek. Voor meer informatie over het #bridging-project kan contact worden opgenomen met Tijs van de Broek van de VU.

Discussie en leerpunten
De inleiding en de toelichting op beide projecten zorgde voor de nodige discussie onder de aanwezige experts. Het ontbrak aan voldoende tijd om alle discussiepunten goed uit te diepen. Om die reden is afgesproken dat we over een aantal maanden met dat doel nogmaals bijeenkomen. Hieronder een aantal highlights uit de gevoerde discussie:

  • De huidige inzet op het tegengaan van online polarisatie is vaak gericht op het verminderen van polariserende online uitingen. Dat wordt gezien als een nobel streven en waardevolle verandering, maar het is nog niet het ultieme effect dat je beoogt, namelijk het tegengaan van polariserende opvattingen. Oftewel: van change of speech naar change of minds.
  • Het begrijpen/verklaren en actief tegengaan van online polarisatie vraagt vooral (veel) meer informatie over de context waarin deze uitingen gedaan worden. Enerzijds gaat het dan om informatie over nationale wetgeving, sociale en politieke symboliek en cultuur, de rol die online platforms in de samenleving spelen (hoe ze haar commerciële belangen borgen), en de kwaliteit van het onderwijssysteem (kennis, vaardigheden, etc.). Anderzijds gaat het om informatie over de betrokken actoren (hun opleidingsniveau, sociaal netwerk, vaardigheden, etc.). In verband met Europese regelgeving rondom privacy (GDPR) is het niet tot nauwelijks mogelijk om informatie te gebruiken die tot individuen herleidbaar is.
  • Ondanks de nobele intentie om polarisatie te ‘dempen’, kwam in de discussie ook de vraag naar voren wat we eigenlijk kwijtraken als er geen polarisatie meer zou zijn. Zeker ook omdat polarisatie in zekere zin een ‘natuurlijk’ fenomeen is. Met succesvolle demping van polarisatie valt de evolutionaire en sociaalpsychologische ‘functie’ daarvan ook grotendeels weg. Wat is het effect daarvan op ons als individu en samenleving? Kunnen we de wereld wel begrijpen en daarin functioneren als we deze niet langer opdelen in overzichtelijke in-groups en out-groups met bijbehorende positieve en negatieve beeldvorming? Het voert wellicht te ver om te verwachten dat mensen in staat zijn om hun out-group ook positief te laden. En zou het al een heel mooi resultaat zijn als het ze lukt om deze in ieder geval ‘neutraal’ zien.
  • In de discussie was veel aandacht voor de rol die mediapartijen spelen in de beeldvorming van maatschappelijke groepen. Voor onlinenieuwssites alsook nieuwsprogramma’s op televisie en radio is polarisatie juist een verdienmodel. Zij kiezen er vaak bewust voor om extreme posities tegenover elkaar zetten omdat dat kijkers trekt. Zij berichten dus niet alleen óver polarisatie maar voeden die ook. In strategieën om online polarisatie te dempen, is het daarom belangrijk om kritisch te kijken naar de manier waarop mediapartijen hierin een verantwoordelijkheid (kunnen) hebben.
  • De eerste (voorzichtige) resultaten van beide projecten laten zien dat het actief inbrengen van empathie en perspective taking in gepolariseerde discussies invloed heeft op het verdere verloop van die discussies. Daarmee lijkt dit effectiever dan het bevorderen van onderling contact. Het gaat dus echt om de inhoud en de manier waarop je die inhoud inbrengt. Dit vraagt wel om verbeterde conversational skills en om meer bewustwording van het belang om die skills actief in te brengen. Een sleutelrol lijkt daarin weggelegd voor het onderwijs. Dat is een plek waar nieuwe generaties kunnen worden voorbereid op het vervullen van een constructieve online rol.

Leestips
Wil je je verder verdiepen in het onderwerp polarisatie? Wij raden de volgende leestips aan:

  • Online Ontspoord (Rathenau, 2021). Een overzicht van 22 fenomenen van onwenselijk onlinegedrag. Van cyberpesten, phishing of cryptofraude, tot wraakporno, extreme challenges en shaming. Advies aan de overheid is pro-actiever in te grijpen en een maatschappelijke dialoog te starten.
  • Online Hate Speech (DTCT, 2021). Deze uitgebreide gids legt uit wat het perspectief is van slachtoffers, daders en bystanders. Ze gaat in op de effectiviteit van counter-communicatie, en biedt een overzicht van hate speech regulation in verschillende EU-gebieden.
  • “OK Boomer!”. The role of brokers in depolarizing online climate change discussions between generations (T. van den Broek, 2021). In: 36th Colloquium European Group for Organization Studies (EGOS).
  • Does it capture STEL? A modular, similarity-based linguistic style evaluation framework (A. Wegmann, D. Nguyen). To appear in EMNLP (2021).  

 

 

Gemaakt door
Foto van Arnout Ponsioen. Arnout is een witte man met kort bruin haar en blauwe ogen. Hij heeft een kort baardje en draagt een donkerblauwe overhemd.

Arnout Ponsioen

partner ANNE - Zwolle - antropoloog en nieuwe media
ANNE