Ik heb het beste met de wereld voor. Echt. Ik kan mezelf inmiddels al 17 jaar vegetariër noemen en vermoei mijn huisgenoot met schoonmaakmiddelen die volgens haar alleen maar doen aan symptoombestrijding (en een stuk minder lekker ruiken). Ik koop mijn kleding alleen nog maar fairtrade of tweedehands (vintage, als je het zo wil noemen) en eet zoveel mogelijk biologisch.

En nu ben ik in het kader van de duurzaamheidschallenge van EMMA begonnen met veganistisch eten. Veertig dagen lang eet ik geen dieren of dierlijke producten. Geen vlees, geen vis, geen ei, geen melk, geen kaas. Niets daarvan. Althans, dat is het streven. Want tot nu toe moet ik heel eerlijk bekennen, ik bak er niets van. Elke ochtend weer sta ik vol goede moed op om aan mijn vegan challenge te beginnen, maar voor ik het weet heb ik alweer een dierlijk product in mijn mond gestopt.

Sta ik dan. Met een mond vol stroopwafel, croissant of kaas nacho’s, te balen dat het me vandaag wéér niet is gelukt. Blijkbaar ben ik me totaal niet bewust waar die dierlijke producten zich allemaal in bevinden. Maar ik kan niet ontkennen dat er zeker een gebrek aan motivatie meespeelt. Ik blijf me afvragen wat het schrappen van álle dierlijke producten uit mijn dieet de wereld nou oplevert. Tijd om het uit te zoeken dus.

CO2-voetafdruk

Veganistisch eten is een hype. Google geeft me vooral een oneindige lijst van foodbloggers en dieetgoeroe’s die weglopen met de voordelen van een veganistisch dieet voor gewichtsverlies en je gezondheid. De bijdrage aan het klimaat is blijkbaar minder interessant voor het grote publiek. Verborgen onder deze berg van informatie lees ik dat het schrappen van dierlijke producten je CO2-voetafdruk flink verminderd. Volgens de Verenigde Naties is de veehouderij verantwoordelijk voor de grootste uitstoot van broeikasgassen en de tweede grootste oorzaak van andere milieuproblemen zoals bodemverontreiniging, water- en luchtvervuiling, verzuring en aantasting van de biodiversiteit (o.a. door het kappen van regenwouden).

Wanneer de Europese bevolking de helft van al het vlees en zuivel laat staan, de totale uitstoot van de landbouw in Europa met 42 procent kan afnemen

Merel Deelder van De Correspondent vraagt zich daarom af; ‘Redden we de wereld als we geen dierlijke producten meer eten?’. Volgens haar is het antwoord, kort gezegd: ja. Uit haar inventariserend onderzoek blijkt dat we in Europa 70% teveel dierlijke eiwitten eten. De CO2 uitstoot is daardoor afhankelijk van het onderzoek dat je erbij pakt tussen de 14,5 en 51 procent. Verder blijkt uit een studie van de Europese Economische Commissie van de VN dat wanneer de Europese bevolking de helft van al het vlees en zuivel laat staan, de totale uitstoot van de landbouw in Europa met 42 procent kan afnemen. Dat is behoorlijk. Haar advies is daarom; ‘schrap die 70 procent eiwitten die je toch al te veel eet van je dierlijke boodschappenlijst’.

De wereld redden dus. Door de dierlijke eiwitten van mijn boodschappenlijst te schrappen. Weer een extra motivatie om de komende twee weken dat koekje bij de koffie te laten liggen. En die dampende berg nacho’s met gesmolten kaas aan mij voorbij te laten gaan bij de borrel. Ja, de wereld redden is een allerminst gemakkelijke zaak.

Elke ochtend weer sta ik vol goede moed op om aan mijn vegan challenge te beginnen, maar voor ik het weet heb ik alweer een dierlijk product in mijn mond gestopt.