Langzaam kijkt hij omhoog. De blik in zijn ogen heb ik wel vaker gezien. Als een in een hoek gedreven dier. Angst. Paniek. Vluchtgedrag. “Dat hebben we eerder geprobeerd”, zucht hij. Hij vertelt dat er vijf jaar geleden samen met hulpverleners, familie, buren en vrienden een bijeenkomst is geweest. Om zijn netwerk bij zijn problemen te betrekken. Die waren niet gering. Drie kinderen op jonge leeftijd, verslavingsproblematiek, geen werk en geregeld problemen met de verblijfsvergunning van zijn vrouw.

‘Iedereen begon heel enthousiast’, vertelt hij. Buren zouden wat vaker op zijn dochters passen zodat hij kon gaan solliciteren. Zijn zus zou een keer per week langs komen om gezamenlijk de administratie bij te houden. En de hulpverleners zouden op de achtergrond aanwezig blijven om een vinger aan de pols te houden.
 
Hij legt zijn hoofd in zijn handen. Ik kijk naar de rouwrandjes onder zijn nagels. Zijn vingers die zijn grauwe gezicht bedekken. Zijn haar dat in vettige sliertjes langs zijn gezicht valt. Een stilte valt. Zachtjes krabbelt een van de katten aan een stukje losliggend zeil.

'Hij legt zijn hoofd in zijn handen. Ik kijk naar de rouwrandjes onder zijn nagels'

Getergd kijkt hij op. ‘Ik heb het verpest’, zegt hij. Na verloop van tijd viel hij terug in zijn oude problemen. De problemen met de verblijfsvergunning van zijn vrouw speelden weer op waardoor zij een tijd terug moest naar Polen. Hij viel weer terug in zijn verslaving. Maar nu met één verschil. Hij kon zijn problemen bij niemand kwijt. ‘Iedereen deed zo zijn best mij te helpen, en ik kon het niet’. Gevolg: hij sloot zich af voor alle hulp. Deed de deur niet meer open.

Ik kijk om mij heen. Kleurtekeningen van de kinderen op het afbladderende behang. Stapels papieren waar halflege koppen koffie op rusten als moderne kunstwerken. Stukken verkleurde lakens voor de ramen die het zonlicht minimaal doorlaten. Katten haren die in dit minimale streepje licht op waaieren.

'Door zelfredzaamheid als ideaal neer te zetten kan dit schadelijke effecten hebben voor kwetsbare mensen in onze maatschappij'

En nu zijn we drie jaar verder. De hulpverlener die met de administratie helpt kijkt mij zorgelijk aan. Ik heb haar eerder over de telefoon gesproken. Meneer is nog steeds wantrouwig naar hulp. Sommige weken doet hij de deur niet open. We mogen blij zijn dat we vandaag samen binnen mochten komen. Helemaal omdat hij mij niet kent. De vraag of hij familie heeft die hem kon helpen heb ik daarna ook niet meer gesteld.
 
Mijn ervaring als sociaaljuridisch werker in Amsterdam Oost blijkt ook uit de eerste resultaten van het onderzoek “De belofte van nabijheid”. In dit onderzoek, van de Universiteit van Amsterdam en de Universiteit van Humanistiek, worden kanttekeningen geschetst bij het idee van zelfredzaamheid. Door zelfredzaamheid als ideaal neer te zetten kan dit schadelijke effecten hebben voor kwetsbare mensen in onze maatschappij.

En daar sluit ik me bij volledig bij aan. De wanhoop van deze problematiek liet me niet zomaar gaan. Deze heb ik, net als de geur van de smerigheid, nog minstens de rest van de dag bij mij gedragen.