Het experiment, of de pilot, als beleidsinstrument kent een grote populariteit. In het regeerakkoord van Rutte III komt het woord ‘experiment’ maar liefst 24 keer voor. Experimenten met het telen van wiet, met eenvoudiger procedures voor rechters, 10-14 scholen, schuldhulpverlening, noem maar op. Niet vreemd dus, dat ook het ministerie van Justitie en Veiligheid onderzoekt welke maatschappelijke en beleidsmatige ‘winst’ er met experimenten te behalen valt.

In het kader daarvan onderzocht EMMA in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum tien ‘Koers en kansen’-pilots. Dit zijn experimenten om ex-gedetineerden te weerhouden van recidive door hen intensief te begeleiden bij hun re-integratie. Zeker kortgestraften (ruim de helft van de gedetineerden zit korter dan een maand) zitten vaak ‘te kort’ om adequate hulp te kunnen krijgen. Terwijl de detentie vaak wel lang genoeg duurde om één of meer van  ‘de drie W’s’ (werk, woning en wederhelft) te verliezen (zo je die al had natuurlijk). Dus wat doe je dan als je weer buiten staat en je geen woning meer hebt? Dan ga je maar bij je oude vrienden logeren en is de volgende kraak (of erger) ook gauw gezet.

De Koers en kansen-pilots beoogden dit type ex-gedetineerde wel en tijdig hulp te bieden. Soms door al voor de start van de gevangenschap afspraken te maken met de gedetineerde, om zo een geleidelijke en succesvolle terugkeer in de samenleving te bevorderen. Daar is snelle en intensieve samenwerking tussen gemeenten, gevangenissen en zorg- en hulpverleners voor nodig.

De pilot-paradox

En is dat gelukt? Het mooie aan experimenten is, dat ze eigenlijk nooit mislukken. Dit fenomeen wordt ook wel de pilot-paradox genoemd. We noemen drie oorzaken:

  1. Pilots kunnen zich meestal aan bestaande stroperige werkprocessen, financieringsconstructies en verantwoordingssystemen onttrekken – iedereen kan met vrij, niet-geoormerkt geld meteen aan de slag;
  2. Een pilot gaat vaak gepaard met speciale aandacht van veel partijen. Uitvoerende professionals, meekijkende onderzoekers en evaluatoren, geïnteresseerde opdrachtgevers. Al deze aandacht alleen al zorgt ervoor dat professionals zich – meestal onbewust – extra inspannen om de pilot te laten slagen (dit wordt ook wel het Hawthorne effect* genoemd);
  3. Een pilot die toch nog mislukt, waarin alles anders liep dan men beoogde, is toch ook een succes te noemen, want we hebben ervan kunnen leren hoe het niet moet. Op naar de volgende pilot!

Wat hebben we geleerd?

Maar, als pilots altijd slagen, hoe kun je er dan de juiste lering uit trekken? En hoe kun je de succesvolle elementen implementeren in het reguliere werkproces als de pilot is afgelopen? Dat blijkt altijd weer lastig. De reden is dat er bij de start van je pilot al over na moet denken; hoe meten we onze successen? En wat kosten die successen qua inspanning en (dus) geld? Alleen met die kennis kunnen eventuele toekomstige financiers de juiste afwegingen maken. En dat is bij de Koers en kansen-pilots niet altijd gebeurd.

Daar staat tegenover dat de projecten zich ook kenmerken door noeste arbeid en niet aflatend optimisme. Of, zoals één van de projectleiders het verwoordde: “Als wij maar de goede dingen blijven doen, en dat laten zien, komt de financiering vanzelf.”

Download hier het volledige rapport “Vrijheid blijheid? Een plan- en procesevaluatie van tien Koers en kansen-pilots die zijn gericht op de re-integratie van ex-gedetineerden”.

*Het Hawthorne effect, vernoemd naar de fabriek waar van 1924-1933 experimenten werden gedaan met veranderingen van licht, rustpauzes, voedsel e.d. om de effecten daarvan op de productie van arbeiders te meten, is een bekend, maar niet onomstreden begrip in handboeken voor psychologie en bedrijfskunde. Belangrijk is het inzicht dat geobserveerde effecten vaak niet één op één zijn toe te schrijven aan gepleegde interventies.

 

Gemaakt door
Foto van Menno Jacobs. Menno is een witte man met donker krullend kort haar en donkere ogen. Hij heeft een kort baardje, draagt een lichtblauw overhemd en een donkergrijze colbert.

Menno Jacobs

onderzoeker – academicus – van de hoed en de rand
Veiligheid en Criminaliteit
Foto van Hans Moors. Hans is een witte man met wit haar en blauwe ogen. Hij heeft een kort baardje en draagt een bril. Hij heeft een overhemd aan dat crèmekleurig is met een bloemenmotief.

Hans Moors

filosoof en historicus - scherp en encyclopedisch - partner EMMA
Zorg en Sociaal domein
Veiligheid en Criminaliteit
Foto van Laura Sofie van der Reijden. Laura is een witte vrouw met middellang donkerblond haar en lichtkleurige ogen. Ze lacht in de camera en draagt een marine groene coltrui en een crèmekleurige vest.

Laura Sofie van der Reijden

analytisch idealisme – internationaal – representatie en beeldvorming
Veiligheid en Criminaliteit