De coronapandemie heeft ons de afgelopen tijd flink op de proef gesteld. Maatregelen als verplichte quarantaine, mondkapjes in de trein en de avondklok hebben grote impact gehad op ons leven en daarmee op ons gedrag. Dat was zichtbaar in het nieuws dat de afgelopen periode gekleurd werd door de vele demonstraties tegen deze maatregelen. Vaak ging dit op een vreedzame manier, maar soms liep het uit de hand. Dit wegzetten als criminaliteit raakt slechts het topje van de ijsberg. Welke oorzaken spelen nog meer mee als mensen hun demonstratieborden inruilen voor stenen en vuurwerk? En hoe kunnen we dit in de toekomst eerder ondervangen? Het is belangrijk om de ervaringen van afgelopen tijd te onderzoeken en te delen om ervan te leren. Want ondanks dat crises niet te voorspellen zijn, zijn ze ook niet te voorkomen.

Onrust in Brabant

Het is januari 2021 als crisisonderzoeker Michel Dückers ontboden wordt naar het gemeentehuis van ‘s-Hertogenbosch. Hij zou met een aantal bezorgde bewoners in gesprek gaan over overlastproblemen in de binnenstad. Alleen wordt het gesprek overschaduwd door de gebeurtenissen van de dagen ervoor. Op verschillende plaatsen in Nederland heerst grote maatschappelijke onvrede over het instellen van een avondklok. Dit loopt uit tot grootschalige ordeverstoringen, in heel Brabant.

Dückers was overvallen door de rellen. Hij woont in de binnenstad van ‘s-Hertogenbosch en voelde het op die avond onguur worden. ‘Er kwamen in oplopend tempo berichten binnen over groepen. Ik zag verdachte types met hoodies rondlopen en politiewagens verzamelden zich. Je voelde dat er iets in de lucht hing, maar dat het zo dichtbij zo uit de hand zou lopen met vernielingen en plunderingen had ik niet verwacht.’ Dat gevoel hield de dagen erna aan. Supermarkten werden preventief dichtgetimmerd en Bosschenaren vreesden voor nieuwe rellen.

In de dagen na de rellen ontstaat bij de burgermeester van Den Bosch, Jack Mikkers, de wens om te leren van de rellen. Hoe kon het zo misgaan? En hoe kunnen we beter voorbereid zijn in de toekomst en mogelijk het tij keren? Deze wens had hij niet alleen: zijn vragen bleken ook te leven onder andere burgemeesters van Brabantse steden waar het onrustig was geweest.

Een vergrootglas op lokale onrust tijdens een mondiale crisis

Michel Dückers is verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG), als bijzonder hoogleraar Crises, Veiligheid en Gezondheid. In opdracht van vier Brabantse burgemeesters – waaronder Mikkers – startte hij een onderzoeksteam samen met het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV) en EMMA als projectleider  om dit vraagstuk te onderzoeken. ‘Het onderzoek werd geleidelijk groter (…): het is een gemeente-overstijgende kwestie die om meerdere expertisegebieden vraagt. Dat aspect maakt het interessant om verschillende gemeenten en rellen mee te nemen in het onderzoek. De veelzijdigheid en complexiteit maakt het nodig om zoveel mogelijk informatiebronnen en perspectieven mee te nemen. Perspectieven van betrokkenen, maar ook van onderzoeksdisciplines.’ Dit heeft uiteindelijk geresulteerd in het onderzoek ‘‘Avondklokrellen’: lokale dynamiek in een mondiale crisis’. In dit onderzoek worden de ordeverstoringen in ‘s-Hertogenbosch, Helmond, Breda en Eindhoven onder de loep genomen, om tot verklaringen en mogelijke verbeterpunten voor praktijk en beleid te komen.

Dückers: ‘We leven in een gespannen tijd. (…) Crises versterken elkaar en blazen elkaar op. Dat doet iets met hoe mensen zich voelen. Hoe ze naar de overheid kijken en in het leven staan. En dat gaat zich ook in gedrag vertalen. Dat is bijvoorbeeld bij de ‘avondklokrellen’ gebeurd,’ stelt Dückers. ‘Crises verlopen vaak grofweg langs dezelfde lijn. Eerst is er veel steun en aandacht voor elkaar. Er heerst een gevoel dat we er samen uit gaan komen. Dat gevoel kentert op een gegeven moment. Mensen verliezen het vertrouwen en voelen zich in de steek gelaten. Er ontstaat een desillusie. En ergens op dat grillige pad zijn die rellen ontstaan.’

Demonstratie tegen het coronabeleid op het malieveld in Den Haag.

De veelzijdigheid en complexiteit maakt het nodig om zoveel mogelijk informatiebronnen en perspectieven mee te nemen. Perspectieven van betrokkenen, maar ook van onderzoeksdisciplines.

Onderzoek op een grillig pad

Dat grillige pad heeft EMMA samen met de RUG en het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV) onderzocht door een multipele case studie. Het onderzoeksteam is in de internationale literatuur gedoken over maatschappelijke onrust, ordeverstoringen en rellen. In een online bijeenkomst gingen acht academische experts op het gebied van rellen en crises met elkaar in gesprek over de achtergrond, de aanleiding, het verloop en de aanpak van rellen in het algemeen, de ‘avondklokrellen’ in het bijzonder.

In de politiek werd het gedrag van de demonstranten als crimineel bestempeld. De onderzoekers wilden verder kijken en zijn op zoek gegaan naar de onvrede, de psychologische en sociologische mechanismen achter de avondklokrellen. Ook is de rol van de media geanalyseerd. ‘Maar we hebben ook veel gesprekken gevoerd. Met mensen die bij de ordeverstoringen waren, zoals handhavers, ME’ers, demonstranten, omstanders en jongeren die al dan niet bij de rellen betrokken waren,’ vertelt hoofdonderzoeker Hans Moors. Moors gaf vanuit EMMA leiding aan het onderzoek en doet al ruim twintig jaar onderzoek op het snijvlak van criminaliteit, polarisatie en radicalisering. ‘Daarnaast hebben we ook met mensen die de gebeurtenissen van een afstand volgden gesproken. Zoals burgemeesters, jeugdwerkers of mensen uit de buurt. In totaal hebben we 64 professionals geïnterviewd en zeven groepsgesprekken gevoerd met burgemeesters, professionals en bewoners.’

Gesprekken in de wijk

Het onderzoeksteam bestond naast Moors en Dückers uit nog negen andere onderzoekers. Eén van hen is Gijs Kist. Hij was in Breda-Noord aanwezig bij een van de groepsgesprekken met bewoners. ‘Dit deel van Breda staat bekend als probleemwijk. Met name tijdens jaarwisselingen van 2019 en 2020 is het er onrustig geweest. De ‘avondklokrellen’ vielen er verhoudingsgewijs mee. Tijdens het gesprek was het voelbaar dat de bewoners zich niet altijd gehoord voelden. We waren ‘de zoveelste onderzoekers’ die vragen kwamen stellen. Ze vroegen direct ‘of er met dit onderzoek wel iets zou gaan gebeuren, want er is in al die jaren nog steeds niks veranderd’. Een van de bewoners beet stevig van zich af: “Volgens de gemeente zouden deze wijken gevaarlijk zijn. Maar dat is niet zo, anders zou ik toch mijn kinderen niet buiten laten spelen? De burgemeester moet uit zijn luie stoel komen en zelf ervaren hoe het hier is.” Net als de anderen aan tafel was ze zichtbaar geraakt door alle negatieve berichten in ‘de media’. Ze streed voor haar buurt alsof het haar familie was.’

Lege straten in het centrum van Breda

Ook in Eindhoven was het onrustig in januari 2021. In de wijk Woensel ging onderzoeker Marte Luesink in gesprek met bewoners. Luesink is vanuit het NIPV betrokken bij het onderzoek. NIPV is het publiek kennisinstituut dat veiligheidsregio’s, Rijksoverheid en crisispartners verbindt en versterkt met onderzoek, onderwijs, ondersteuning en informatie. ‘We kwamen daar in gesprek met vijf meiden van rond de 20 jaar. Ze waren er zelf niet bij geweest, maar hadden via sociale media veel mee gekregen,’ vertelt Luesink. ‘Ze begrepen de frustratie van veel mensen wel maar vonden de rellen vooral dom. Zo verklaarde een van hen: “als je een inhoudelijk punt wilt maken, ga je niet de Jumbo plunderen, want de Jumbo heeft niks te maken met de avondklok.” Ze lieten merken dat ze het fijn vonden om met ons gesproken te hebben. Er was hen nog nooit eerder op deze manier naar hun mening gevraagd.’

Sociale media: niet de bron, wel de versnelling

Naast de onvrede bij de bewoners en demonstranten, heeft sociale media ook een rol gespeeld bij ‘het barsten van de bom’. Mobilisatie via deze kanalen gaat vaak sneller dan handhaving en politie kan bijbenen. Maar aan de andere kant gaan de meeste online mobilisatiepogingen als een nachtkaars uit. Uiteindelijk lijkt het erop dat de ‘oncontroleerbare mobilisatie’ online vooral plaatsvindt op het moment dat de rellen al bezig zijn. Zo kregen de bewoners van de Eindhovense wijk Woensel ook het meeste mee via sociale media. Mensen gaan ‘live’ op hun kanaal zodra de demonstratie al begonnen is en laten aan hun volgers zien wat op dat moment gaande is. Dit werkt als een katalysator voor een vloedgolf aan berichten. Onderzoeker Lea Klarenbeek sprak met een jongerenwerker die vertelde dat er op zo'n moment geen houden meer aan is. ‘Als die schuif eenmaal open is gezet, komt het overal en nergens vandaan. Dan kun je bij wijzen van spreken je telefoon wel uitzetten. Echt, dan wens ik je veel succes verder.’ Op zo'n moment gaat de berichtgeving zo snel dat er voor jongerenwerkers niets meer aan te doen is.

Om dit soort escalaties te voorkomen noemt Dückers het monitoren van de sociale media als een belangrijk aandachtspunt voor handhaving. ‘Communicatie via sociale media staat nog sterk in de kinderschoenen. Het is een relatief jong verschijnsel, maar het is iets wat we in de toekomst zeker mee moeten nemen, ook in opleidingen. De groepen waarin de plannen gemaakt worden om de boel te ontregelen bestaan bij de gratie van openheid. De toegang voor de groepen waarin gecommuniceerd wordt, is voor iedereen toegankelijk. Vanuit de handhavingsbril is dat je ingang om in de groepsdynamiek op te gaan en van daaruit potentiële rellen te beïnvloeden.’

Belang van korte lijntjes

Het onderzoek presenteert een aantal belangrijke inzichten en handelingsperspectieven waar gemeenten mee aan de slag kunnen. Dückers: ‘Maak het communiceren met groepen jongeren onderdeel van je dagdagelijkse werk. De uitdaging zal blijven om ‘in vredestijd’ relaties met korte lijnen aan te gaan én te onderhouden, waarlangs in crisistijd snel informatie kan worden uitgewisseld en geduid.’

Mensen protesteren 's avonds op straat met een spandoek. Een noodverordering geldt voor de binnenstaad van Den Haag tijdens de corona persconferentie.

Die korte lijntjes blijken op het moment van de ongeregeldheden te ontbreken. De demonstranten ervaren een grote afstand tussen hen en de overheid. In het gesprek dat onderzoeker Mary van den Wijngaart voerde met een demonstrant die bij de rellen in Eindhoven aanwezig was, bleek dat des te meer. Mary voelde de frustratie over de – in zijn ogen - willekeur van bestuurders: ‘En toen mocht de demonstratie niet doorgaan. Terwijl die in Amsterdam met Halsema en de Black Lives Matter wel door mocht gaan. Zo hypocriet als het maar zijn kan. Een demonstratie die opkomt voor de vrijheden van burgers mag niet. (…) Vrijheden worden afgenomen en met een noodverordening hupsakee aan de kant gezet. Dus toen maar bedacht dat burgerlijke ongehoorzaamheid geoorloofd is.’ 

Hans Moors sprak ook met een van de demonstranten. ‘We wilden graag met de relplegers zelf spreken. Maar het was lastig om deze doelgroep te bereiken,’ vertelt Moors. Want niet alle relplegers zijn trots op hun betrokkenheid, zo bleek uit het gesprek met één van hen: ‘Degene met wie ik sprak, had spijt en wilde graag iets terugdoen. Hij wil helpen voorkomen dat andere jongens dezelfde fouten maken. Vandaar dat hij wilde praten, maar alleen als hij niet met naam en toenaam in de krant zou komen. Want hij heeft zijn zaakjes nu weer op orde. Voor zijn aandeel in de plunderingen en vernielingen kreeg hij een forse gevangenisstraf en moet hij een bedrag met vier nullen ophoesten – om terug te betalen. Hij vertelde dat het achteraf allemaal zo onnodig was. Eigenlijk was het niks. Het waren berichtjes via Snapchat, “een keer een demonstratie ervaren”, hij had niks te doen. Hij wilde gewoon even gaan kijken, “de stad representen”. Hij beschrijft een “grimmig grauw sfeertje” dat ontstond die avond en dat iedereen “de hooligan ging uithangen”. Dat was voor hem “best wel besmettelijk”. En toen ging het los: “een soort eindbom”. Als hij een tip zou moeten geven aan jonge gasten? Niet elke ervaring is het waard.’ 

Met elkaar kijken hoe je signalen beter in beeld krijgt. Dat blijft voor mij de rode draad en een deel van de oplossing. (…) Ik denk dat het haalbaar is om dat samenspel te organiseren. Waarbij we wel in acht moeten blijven nemen dat de wereld niet zo maakbaar is als je misschien hoopt. Je kunt niet alles voorspellen, dat is inherent aan een crisis.

Hoe nu verder

Des te belangrijker, stelt Dückers, om in deze ingewikkelde tijd dit soort bevindingen op te schrijven en te delen. ‘Met elkaar kijken hoe je signalen beter in beeld krijgt. Dat blijft voor mij de rode draad en een deel van de oplossing. Effectief in gesprek gaan met elkaar. Niet alleen met professionele collega’s, maar juist met de samenleving. Ik denk dat het haalbaar is om dat samenspel te organiseren. Waarbij we wel in acht moeten blijven nemen dat de wereld niet zo maakbaar is als je misschien hoopt. Je kunt niet alles voorspellen, dat is inherent aan een crisis.’ ‘Bovendien,’ zegt hij tot besluit. ‘We moeten het ook in perspectief zien. Uiteindelijk valt de schade in het niet bij de grootschalige plunderingen in ‘s-Hertogenbosch ruim twee eeuwen geleden.’

Het rapport is via deze link te downloaden.

Gemaakt door
Foto van Gijs Kist. Gijs is een witte man met donker haar en lichte ogen. Hij heeft ook een stoppelbaardje en draagt een grijs overhemd.

Gijs Kist

historicus – adviseur - nieuwsgierig
Ruimte en Wonen
mary heeft blond haar en een oranje shirt aan

Mary van den Wijngaart

gezondheidswetenschapper – praktijkgericht – betrokken
Zorg en Sociaal domein