Op zoek naar verdere wetenschappelijke onderbouwing voor oplossingen rond maatschappelijke vraagstukken, bezochten Ton Baetens, Jens van der Weele en Jan Maessen het congres van de European Group of Public Administration (EGPA). In Milaan troffen we veel wetenschappers en een enkele ‘practioner’. Een ontdekkingstocht in de academische biotoop.

Vijf inzichten en observaties:

1. Overheid als platform of toch een ‘superbureaucratie’?

Bestuurskundigen zijn volop in debat over de vraag hoe overheden zich moeten verhouden tot de verregaande digitalisering van onze samenleving. Aan de ene kant zagen we een argument voor big government: overheden moeten zelf kennis ontwikkelen om invulling te geven aan digitalisering. Aan de andere kant stelden cynici (of realisten?) dat de overheid nooit in staat zal zijn om in kennis en expertise te concurreren met de markt: ‘we’ kunnen beter erkennen dat de publieke sector een hopeloze achterstand heeft op de markt en erop vertrouwen dat big corporations de voorziening van digitale dienstverlening voor hun rekening nemen

Albert Meijer (Universiteit Utrecht) stelt een middenweg voor. Hij pleitte een adaptieve en kaderstellende overheid die de platforms ontwikkelt en reguleert waarop burgerinitiatieven, overheden, en private partijen hun diensten kunnen aanbieden. Hoewel zijn geloof in goede samenwerking Meijer de kwalificatie ‘hippie’ opleverde, toonde hij wel hoe dit in de praktijk al werkt. Bijvoorbeeld in Rio de Janeiro, waar de lokale overheid een marktplaats ontwikkelde voor private mobiliteitsoplossingen, onder voorwaarde dat vervoerders ook hun diensten aanbieden in de slechte wijken (slums) van de stad.

2. Formele integriteit vs een wendbare (adaptive) overheid

Al sinds Weber wordt ‘good governance’ gezien als een overheid die handelt op basis van kernwaarden als betrouwbaarheid, onafhankelijkheid en verantwoordelijkheid. Zorgvuldigheid boven snelheid en gelijkheid boven verschil. Bureaucratieën lopen echter steeds vaker tegen hun grenzen aan, wanneer ze proberen in te spelen op de snel veranderende samenleving van vandaag. Het Nederlandse ministerie van BZK en Tilburg University verkenden of er een nieuw evenwicht moet komen tussen de klassieke waarden van ‘good governance’ enerzijds, en wendbaarheid (agility) anderzijds. Denk bijvoorbeeld aan de situatie die ontstond bij de economische crisis van 2009, toen snel handelen een voorwaarde was voor effectief overheidsoptreden.

Een mooi voorbeeld van meer flexibel overheidsoptreden is de economische crisis- en herstelwet

3. Klokkenluiders of guerrilla leaks?

Raymond Cox (University of Akron) liet zien hoe het Watergateschandaal in de Verenigde Staten (1972) leidde tot een formele regeling voor klokkenluiders. Er ontstond een wettelijke grondslag om misstanden binnen de overheid aan de kaak te stellen. De laatste jaren – vanaf Wikileaks – zien we echter dat klokkenluiders steeds vaker anoniem blijven, door gebruik te maken van tussenpersonen of nieuwe online vormen van openbaarmaking.

Sinds het presidentschap van Trump is deze ontwikkeling in een stroomversnelling terecht gekomen. Tussen Amerikaanse overheidsorganisaties en het Witte huis is de tweespalt zo groot geworden, dat honderden lekken vanuit talloze kanalen de openbaarheid vinden. Sociale media als Twitter en instanties zoals Wikileaks nemen drempels weg voor ambtenaren om ‘misstanden’ binnen de overheid openbaar te maken. Het is de vraag of zij dit doen voor het algemene belang, óf dat dit – gezien de lagere drempel –een uiting is van eigen politieke overtuigingen.

4. De ambtenaar in vier verschijningsvormen

Er zijn allerlei manieren om naar de motivatie en houding van ambtenaren te kijken. Tijdens een van de sessies presenteerde een PhD-studente een vernieuwend perspectief, waarbij ze onderscheid maakt tussen job attitude en policy attitude: hoe denken ambtenaren over respectievelijk hun baan en het beleid waar ze aan bijdragen?

Een afbeelding van een matrix die ambtenaren classificeert op basis van hoe ze denken over hun baan respectievelijk het beleid   Vraag voor de ambtenaren die dit lezen: Wie zit er tegenover jou?

5. Beeldvorming over ambtenaren

In het verlengde hiervan ploegde Peter Kruyen (Radboud Universiteit Nijmegen) 30 jaar aan overheidspersoneelsadvertenties in Binnenlands Bestuur door. Zo brengt hij in kaart welke persoonskenmerken de boventoon voerden in werving door overheden. In de loop der jaren bleken twee competities stelselmatig aan belang te winnen, namelijk ‘ambitie’ en ‘efficiëntie’. Dat zegt volgens Kruyen iets over de veranderde vraag naar overheidspersoneel. Onze vraag is of het ook iets zegt over een overheid die doet aan positieve beeldvorming over ‘werken bij de overheid’, en adaptief reageert in de zoektocht naar talent

Naast deze vijf inzichten delen we graag nog een overkoepelende conclusie. Als ‘practicioners’ op het EGPA-congres zagen we hoe de wetenschap soms moeite heeft om grip te krijgen op de veelvormige, interdependente (ja, ook wij hebben bestuurskunde gedaan) en weerbarstige praktijk. Het was een gemis dat er relatief weinig mensen uit de praktijk aanwezig waren: het zijn juist deze professionals die in staat zijn om de verbinding te leggen tussen wetenschappelijke inzichten en de toepasbaarheid daarvan in het openbaar bestuur. Bovendien is het verfrissend om met enige regelmaat vanuit een ander perspectief naar je eigen werkveld te kijken.

Volgend jaar is het EGPA-congres in Lausanne, wij zijn in ieder geval weer van de partij.

 

Gemaakt door
Foto van Ton Baetens. Ton is een witte man met golvend kort zwart haar, donkere ogen en een donker baardje. Hij draagt een zwarte bril en heeft verder een wit overhemd aan en een donkergrijze colbert.

Ton Baetens

historicus & bestuurskundige - tegendraads - partner EMMA
Ruimte en Wonen
Foto van Jan Maessen. Jan is een witte man met kort donkerblond haar en bruine ogen. Hij draagt een wit overhemd en een taupe colbert.

Jan Maessen

politicoloog - resultaatgedreven - partner EMMA
Bestuur en Democratie
Ruimte en Wonen